Met First Republic verkeert opnieuw een Amerikaanse bank in serieuze financiële problemen. Hoewel de middelgrote bank uit Californië eerder dit jaar nog miljardensteun kreeg, hebben aandeelhouders weinig vertrouwen meer in de bank. Dat geldt ook zeker voor rekeninghouders: zij namen in korte tijd ruim 100 miljard dollar (91 miljard euro) op.
De beurskoers van First Republic is deze week met ruim 55 procent gedaald. In totaal is de bank dit jaar al bijna 95 procent aan beurswaarde verloren: van de 22,3 miljard dollar is nog 1,15 miljard dollar over.
De problemen begonnen in maart. Nadat de Amerikaanse Silicon Valley Bank (SVB) failliet ging, begonnen ook bezorgde klanten van First Republic met het opnemen van hun geld. Om de onrust in de sector te bezweren, bood een groep andere banken vorige maand de helpende hand met een steunpakket van 30 miljard dollar.

Problemen groter dan gedacht
Maar begin deze week werd duidelijk dat de problemen een stuk groter zijn dan beursanalisten dachten. Klanten van First Republic haalden vorige maand opgeteld ruim 100 miljard dollar van hun rekening, werd duidelijk bij het bekendmaken van de kwartaalcijfers.
Door die stormloop van klanten is nu een acuut geldprobleem ontstaan. De verwachting is dat de bank deels of geheel moet worden verkocht aan een van zijn concurrenten. Mocht dat niet lukken, zal de bank vrijwel zeker overheidssteun moeten krijgen om overeind te blijven. Verder is duidelijk dat de bankrun gaat leiden tot bezuinigingen en ontslagen: zeker een kwart van de 7200 medewerkers verliest binnen twee maanden zijn of haar baan.
Bekijk ook: Klaas Knot (DNB): 'Nederlandse banken zijn veilig'
Probleembanken onder vergrootglas
De ontwikkelingen bij First Republic wakkeren de vrees aan voor meer problemen in de mondiale bankensector. Nadat SVB en ook Signature Bank en Silvergate Bank in de VS omvielen, kwamen probleembanken ook in Europa onder een vergrootglas te liggen. Dat droeg uiteindelijk bij tot de ondergang van de Zwitserse bank Credit Suisse, dat door wanbeleid al jaren in financieel noodweer verkeerde.
Credit Suisse werd uiteindelijk voor zo'n 3 miljard euro opgekocht door UBS, met een garantstelling van de Zwitserse overheid van omgerekend ruim 9 miljard euro om mogelijke verliezen te dekken. Door die overname moest de Nederlandse topman van UBS, voormalig ING-bestuursvoorzitter Ralph Hamers, het veld ruimen voor de Zwitser Sergio Ermotti die de overname van Credit Suisse in goede banen moet leiden.

'Risico's op de loer'
Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank en lid van het bestuur van de Europese Centrale Bank, waarschuwt dat toezichthouders ook in Europa waakzaam moeten blijven.
Volgens hem is situatie van nu weliswaar 'heel anders' dan ten tijde van de financiële crisis in 2008 omdat banken onder meer grotere buffers moeten aanhouden. "Maar er zijn ook overeenkomsten. Ook vandaag liggen risico's op de loer en zijn er tal van kwetsbaarheden", zei Knot vandaag in een toespraak op een congres in Stockholm.
Als voorbeelden gaf hij de risico's die banken lopen door hun financieringskosten, rentegevoeligheid en kredietverstrekking. Ook wees hij op de 'hoge schulden in veel uithoeken van onze economie' en noemde hij banken 'met dezelfde combinatie van kwetsbaarheden als SVB, zoals First Republic'.
"Dat betekent dat we waakzaam moeten blijven", aldus Knot. "Toezichthouders natuurlijk. Maar ook de bankensector zelf, door ervoor te zorgen dat hun kapitaalposities, risicobeheer en bestuur sterk genoeg zijn in markten die door door sentiment gedreven worden."
