Minister Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wil dat de belastingconstructies van een grote hulporganisatie die mede door Nederland is opgericht worden onderzocht. De organisatie maakt onder andere gebruik van een fondsmanager op belastingparadijs Guernsey.
Dat kwam aan het licht na onderzoek van RTL Nieuws. De ontwikkelingshulporganisatie Private Infrastructure Development Group (PIDG) en dochterorganisatie EIAF zijn al jaren gevestigd op het eiland Mauritius, dat tot voor kort op de grijze lijst van belastingparadijzen stond van de EU.
De fondsmanager van EIAF die de gelden beheert, Ninety One Guernsey Limited, is weer gevestigd in het notoire belastingparadijs Guernsey, waar het over een deel van de winst die daar achterblijft geen belasting betaalt, terwijl het de daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert vanuit Londen en Zuid-Afrika.
Guernsey staat op de Nederlandse zwarte lijst van belastingparadijzen. Daarop staan landen en gebieden met een extreem laag belastingtarief, in het geval van Guernsey 0 procent. Doordat bedrijven geld wegsluizen naar dat soort belastingparadijzen, lopen de schatkisten in andere landen geld mis. In dit geval worden dus de belastingbetalers in het VK en Zuid-Afrika in feite benadeeld.
PIDG is een organisatie die investeert in infrastructuurprojecten in arme landen in Afrika, waarvoor het private investeringen ophaalt. De organisatie werd in 2002 door de Nederlandse overheid opgericht, in samenwerking met het VK, Zwitserland en Zweden.
Nieuwe regels zijn strenger
In antwoorden op Kamervragen van de SP over de constructie laat de minister weten dat de fondsmanager in 2016 is aangesteld en dat de organisatie daarna een veel strenger belastingbeleid heeft ingevoerd. Als het contract afloopt met Ninety One Guernsey Limited zal dat beleid gevolgd worden bij een zoektocht naar een nieuwe fondsmanager, schrijft de minister na overleg met PIDG.
Wel wil Schreinemacher naar aanleiding van de berichtgeving van RTL Nieuws meer onderzoek naar het fiscale reilen en zeilen van alle bedrijven die onder PIDG hangen.
Daarvoor moeten de andere donorlanden wel meewerken. "Ik zal met de PIDG-donoren en met PIDG de mogelijkheden bespreken om een analyse te doen van de mate waarin de huidige structurering van PIDG voldoet aan het eigen belastingbeleid", schrijft de minister.
Belastingbeleid zwaarder meewegen
Daarnaast laat de minister weten dat de mogelijkheden worden bekeken om een richtlijn op te stellen waardoor belastingbeleid van een hulporganisatie in het vervolg meegenomen kan worden bij de risico- en integriteitsbeoordeling.
