De prijzen in Nederland stijgen veel minder hard. In maart kwam de inflatie uit op 4,4 procent. En als het zo doorgaat kan de inflatie in de tweede helft van het jaar zelfs negatief worden, voorspelt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Toch zullen we daar niet zo snel iets van merken in de supermarkt.
Een inflatie van 4,4 procent in maart betekent dat de prijzen van consumentenproducten 4,4 procent hoger zijn dan in maart vorig jaar. Een flink verschil met februari, toen het leven nog 8 procent duurder werd.
De minder harde stijging van de prijzen wordt vooral veroorzaakt door goedkopere energie. In vergelijking met dezelfde maand vorig jaar werd energie inclusief motorbrandstoffen 28 procent goedkoper.
Ondertussen stegen de voedselprijzen wel nog flink: met 15 procent. Dat verschilt nauwelijks met februari toen voedsel nog 15,1 procent duurder werd in vergelijking met dezelfde maand in 2022.
1. Wat gaan we hier van merken in onze portemonnee?
Nu nog niet zoveel. Voorlopig zullen we in de prijzen die we betalen in de supermarkten, maar ook voor andere spullen, weinig merken van een lagere inflatie, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS.
Dat de inflatie gedaald is komt vooral doordat energie nu een stuk goedkoper is dan in maart vorig jaar. Maar daar is wel een kanttekening bij te plaatsen.
"De energieprijzen zijn maand op maand slechts lichtjes gedaald", zegt van Mulligen. "De boodschappen zijn opnieuw in prijs gestegen in vergelijking met een jaar eerder. Ietsje minder dan in februari maar ze zijn nog steeds wel erg duur."

2. Hoe komt het dat boodschappen zo duur blijven?
Dat komt doordat de hogere energieprijzen vertraagd doorwerken in de prijzen van voedsel en andere producten. "Het duurt eventjes voordat je dat effect elders ook ziet, maar na een tijdje gaan ondernemers hun prijzen toch wel verhogen om te voorkomen dat ze verliezen gaan draaien. Dat effect is er nog niet uit", zegt Van Mulligen.
Maar er is wel een sprankje hoop, zegt Van Mulligen. "Een klein beetje hoopvol is misschien toch wel dat die prijsstijging van voeding en ook andere zaken iedere maand weer harder ging. Dus iedere maand werd het nog een keer extra duurder, maar daar was in maart geen sprake van. Die 15 procent is nog steeds een enorme prijsstijging, maar niet hoger dan het in februari was", zegt hij.

3. Hebben we de piek van stijgende voedselprijzen bereikt?
Dat is moeilijk te zeggen. Het duurde vorig jaar ongeveer een half jaar voordat de hogere energieprijzen doorsijpelden naar andere producten.
In september bereikten de energieprijzen hun hoogste niveau. Daarna begonnen ze wereldwijd te dalen. "Ook het energieplafond heeft nog een extra bijdrage geleverd. En nu, een half jaar later, zien we dat de prijsstijging bij voedingsmiddelen voorlopig niet nog verder omhoog gaat", zegt Van Mulligen.
"Het is natuurlijk nog maar één maand, maar het zou kunnen betekenen dat als die trend zich doorzet, die prijsstijging van voedingsmiddelen de komende maand iets afzwakt", zegt hij. "Aan de andere kant, boodschappen zullen daar niet direct goedkoper van worden. Want bij dat soort dingen is het meestal wel zo dat als eenmaal die hoge prijs is bereikt die niet zo snel weer omlaag gaat."

4. Wanneer zijn we van de hoge inflatie af?
Dat is moeilijk te voorspellen. "Ik denk dat we vooral moeten kijken naar de prijsontwikkeling van de energie", zegt Van Mulligen. Vooralsnog lijken de energieprijzen op de markten lager te blijven, en ook het prijsplafond voor consumenten helpt dus mee.
"Als de trend die we in de eerste drie maanden van dit jaar zien in de energieprijzen door zou zetten in de rest van het jaar, dan zou het zomaar kunnen dat we in de tweede helft van het jaar een negatieve inflatie gaan zien."
Toch is dat ook geen reden om dalende prijzen te verwachten in de supermarkt. "Dat betekent niet automatisch dat andere producten ook goedkoper worden. Dat is dan echt het effect van die energieprijzen."