Een nederlaag voor twee olieterminals die via de rechter een exportverbod voor schadelijke brandstoffen probeerden ongedaan te maken. Het verbod dat is opgelegd door de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT) mag volgens de Haagse rechtbank. De branche laat het er vermoedelijk niet bij zitten.
De zaak was aangespannen door twee terminals, Zenith en Exolum, met vestigingen in Amsterdam. Ook het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de Nederlandse staat waren aangeklaagd.
Minder strenge eisen
Het draait allemaal om de export van brandstoffen naar landen buiten Europa. In lagelonenlanden, bijvoorbeeld in West-Afrika, zijn de eisen voor benzines en diesels minder streng dan in de EU. Het gevolg is dat in Nederland geproduceerde brandstoffen die naar landen buiten de EU gaan meer schadelijke stoffen als zwavel, benzeen en mangaan bevatten dan is toegestaan voor brandstoffen die hier worden verkocht.
De ILT wil hier een eind aan maken, omdat de grotere hoeveelheden van bovengenoemde stoffen schadelijker zijn voor het milieu en de gezondheid dan in Nederland is toegestaan. In augustus 2022 verplichte de ILT de branche om hun brandstoffen te zuiveren, via een zogeheten beleidsregel.

Volgens de twee bedrijven mag zo'n beleidsregel niet worden gebruikt om een exportverbod mee te bereiken. Daar zou een wetswijziging voor nodig zijn, beargumenteerden de olieterminals. Daar is de rechter het niet mee eens.
Geen bewijs
Ook het argument van de olieterminals dat het verbod ertoe zou leiden dat de productie van de schadelijke brandstoffen verplaatst wordt naar andere locaties, is door de rechter van tafel geveegd. Er worden in Nederland namelijk relatief veel van deze schadelijke brandstoffen geproduceerd. Bovendien is volgens de rechter helemaal niet bewezen dat leveranciers hun productie zullen verplaatsen door het exportverbod.
In de afgelopen 50 jaar werden brandstoffen in Europa steeds minder vervuilend, om luchtvervuiling tegen te gaan. In lagelonenlanden gaat dit proces veel trager. Brandstoffen die naar deze landen geëxporteerd worden bevatten hierdoor soms tot wel 500 keer zoveel zwavel als de benzine en diesel die in Nederland getankt wordt.
ILT blij
De ILT is 'verheugd' over het vonnis, waarin het 'op alle punten in het gelijk is gesteld'. "Het is dus terecht dat de ILT bedrijven die vieze brandstoffen exporteren wijst op hun zorgplicht", laat een woordvoerder weten. "Ook als dat gaat om de export van stoffen naar landen buiten Europa."

De ILT gaat dus door met druk uitoefenen op bedrijven. "Zodat de kwaliteit van de geëxporteerde brandstoffen verbetert, in bijvoorbeeld Afrikaanse landen."
Branche is teleurgesteld
De advocaat van de olieterminals wil nog niet inhoudelijk reageren. "Wij moeten nog het vonnis goed analyseren en vervolgacties bepalen", laat Maayke Maas-Cooymans weten.
Zij verwijst wel door naar Willem Henk Streekstra, directeur van branchevereniging Votob. Ook daar wordt het vonnis nog bestudeerd, maar Streekstra is 'teleurgesteld dat dit zo gaat'.
"We vinden nog steeds dat de beleidsregel geen gezondheidswinst oplevert voor de mensen waar het om gaat", zegt hij tegen RTL Nieuws. "Het is niet terecht dat de overheid dit zo doet, maar blijkbaar is het juridisch geen probleem."
Rechtszaak uitlokken
Hij houdt vast aan het standpunt van de sector dat als de brandstoffen niet uit Nederland komen, een ander land ze wel levert. "Olie vloeit uit alle landen", zegt Streekstra, onder meer verwijzend naar Rusland dat afnemers zoekt voor zijn olie die het vanwege de sancties niet aan Europa kwijt kan. Hij pleit daarom voor een Europese aanpak, in plaats van dat Nederland het alleen regelt.
De sector laat het er in ieder geval niet bij zitten, verwacht Streekstra. Wat er precies aan verzet komt, kan hij nog niet zeggen. Mogelijk gaat er een bedrijf bewust ongezuiverde brandstoffen exporteren om ingrijpen van de ILT uit te lokken. Daartegen zou dan weer een rechtszaak aangespannen kunnen worden. Streekstra weet niet of dit ook echt gaat gebeuren. "Je zit ook met je reputatie als bedrijf."