Ga naar de inhoud
Ook te veel aanbod

Bioboeren onder druk door afnemende vraag in Nederland en Duitsland

Beeld © ANP

Biologische boeren zuchten onder de afnemende vraag naar biologische producten in Nederland en Duitsland door de inflatie. En dat terwijl steeds meer boeren de afgelopen jaren de overstap naar biologisch hebben gemaakt.

"De stemming is niet positief. Er zijn meer boeren met meer aanbod, maar de vraag vanuit de consument is minder", zegt Douwe Monsma, biologisch akkerbouwer en bestuurslid van Biohuis, de vereniging van biologische boeren. 

"Ook de export naar het buitenland, en dan met name Duitsland, staat onder druk."

Vraag ingezakt

Nederland telt ongeveer 2000 biologische landbouwbedrijven en dat aantal nam toe met een kleine 600 sinds 2015. Europees gezien loopt Nederland achter. In Oostenrijk boert bijvoorbeeld 27 procent van de boeren biologisch tegenover 4 procent hier.

In de periode tussen 2010 en 2015 steeg de omzet van biologisch voedsel jaarlijks tussen de tien en twintig procent, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen. In de jaren daarna werden bioproducten minder populair, maar nam de omzet tot en met 2019 nog toe met 5 tot 8 procent. 

Sindsdien lijkt de rek eruit. In 2020 daalde de omzet met 1 procent, om in 2021 met 2 procent groei licht te herstellen tot een omzet van 1,63 miljard euro. En na de zomer is de vraag ingezakt met 5 procent, blijkt uit cijfers van marktonderzoeker IRI.

Uien en aardappelen

"De afzet in Nederland is moeilijk. We hebben een zuinige consument, mensen eten eerder goedkoop dan duur", zegt akkerbouwer Monsma. "Wat dat betreft kunnen wat leren van het buitenland, waar mensen wat meer over hebben voor biologische producten." 

De Nederlandse landbouw produceert veel voor het buitenland. Ruim 70 procent wordt geëxporteerd; een kwart hiervan gaat naar onze Oosterburen. Maar de export naar Duitsland staat onder druk, vooral die van uien en aardappelen.

Volgens Monsma kunnen we in Nederland goed uien en aardappelen bewaren. "Jarenlang draaiden we mee in de reguliere programma's in Duitsland. Maar dit jaar voor het eerst niet", zegt hij. 

"We staan op de reservelijst en mogen alleen aanvullen als daar behoefte aan is. Als de Duitse vraag uitblijft, hebben we een probleem en leveren we tientallen percentages minder. Dat weten we in april."

Korte contracten

Ook biologische varkensboeren hebben te maken een afnemende markt in Nederland en Duitsland. In Nederland leveren biovarkensboeren aan drie slachters die het vlees afnemen en klaarmaken voor verdere verwerking richting de markt: Groene Weg, Westfort en Best Meat, waarbij Groene Weg de grootste is. 

Wat opvalt is dat de afnamecontracten relatief kort zijn. De meeste biologische varkensboeren sluiten ze voor drie maanden, een half jaar of een jaar af. Toch is dat geen probleem. 

Vertrouwen

"Er is veel vertrouwen in de sector. Je gaat van het goede uit. Aan de keukentafel moet je elkaar in de ogen kijken, niet alles is juridisch dicht te timmeren", zegt biologische varkensboer Jeroen Neimeijer, die ook voorzitter is van de Vereniging Biologische Varkenshouders (VBV). 

"Wij leveren aan Groene Weg en zij hebben nog nooit een contract opgezegd sinds we tien jaar geleden begonnen zijn. Groene Weg is een betrouwbare partij."

In Nederland hebben de ongeveer 130 biologische varkensboeren nog geen directe problemen door de afnemende vraag van de consumenten, aldus Neimeijer. "Wat wij hiervoor krijgen, is gekoppeld aan de marktprijs. Een lagere prijs in de markt betekent een lagere prijs voor ons", legt hij uit. 

Wel staat het verdienmodel onder druk. "De prijzen van het veevoer en energie zijn gestegen. Dus alles bij elkaar begint de markt te knellen."

Duitsland

De afgelopen jaren was met name Duitsland een groeimarkt voor de Nederlandse biovarkensboeren. "We konden elke big wel twee keer verkopen. Alleen loopt de markt in Duitsland nu vol door meer aanbod van Duitse bioboeren en uit Denemarken."

En dat heeft gevolgen voor Nederlandse biovarkensboeren die zich alleen op Duitsland richten zoals Het Conde in Heino, het grootste biologische varkensbedrijf in Nederland. Het bedrijf boert sinds 1998 biologisch en besloot vorig jaar het contract met Groene Weg op te zeggen en met de Duitse slachter Jurgen Schmaing in zee te gaan. 

Kwetsbaar

Afgesproken werd ook dat de varkensboer mee zou helpen met de Duitse biologische varkenshouderij, die met een marktaandeel van 0,8 procent in de kinderschoenen staat. 

Alleen besloot Schmaing vanwege de slechte markt een paar maanden geleden geen varkens meer af te nemen van Het Conde ondanks een contract. Dat zorgde veel onrust bij het bedrijf en zijn werknemers. De problemen tussen Het Conde en de Duitse handelaar zouden inmiddels zijn opgelost, maar het geeft wel de kwetsbaarheid van de sector aan.

 

Niet klakkeloos omschakelen

"Boeren moeten biologisch boeren, vanwege de stikstofproblematiek, maar dat lukt alleen als je de markt stimuleert als overheid", zegt Neimeijer. "We moeten niet klakkeloos omschakelen. In Denemarken zijn er teveel bioboeren en die dumpen hun vlees nu op de Duitse markt."

Het niet goed afstemmen van vraag en aanbod kan een probleem worden, aldus Michaël Wilde van Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding. 

"De Europese Commissie wil dat in 2030 gemiddeld genomen 25 procent van de landbouw biologisch is. Iedere lidstaat moet hieraan bijdragen, al kan per lidstaat het percentage anders zijn", legt hij uit. "Op 19 december komt de overheid met doelstellingen voor de Nederlandse landbouw en een plan om de biologische productie en consumptie te laten groeien."

De verwachting is dat er wordt ingezet om in 2030 het percentage Nederlandse bioboeren richting de vijftien procent te krijgen. "Maar als er teveel biologische producten worden geproduceerd voor een markt die daar nog niet aan toe is, komt de biologische landbouw in de problemen."

Reacties
Lees ook:
Reacties op stikstofplannen: 'Perspectief boeren verder onder druk'
Bron: RTL Z