Lokt Amerika grote industriebedrijven weg uit Europa met 'buitensporige' subsidies? De onrust is groot onder Europese handelsministers, die vandaag bijeen komen over de kwestie, die alle ingrediënten bevat voor een nieuwe handelsoorlog.
Een 'existentiële uitdaging' voor de economie van Europa. Zo noemt eurocommissaris Thierry Breton (interne markt) het Amerikaanse pakket aan subsidies en belastingmaatregelen dat per 1 januari van kracht wordt.
En hoewel dat wat zwaarmoedig klinkt: hij is zeker niet de enige Europese politicus die zich druk maakt om de zogeheten Inflation Reduction Act (IRA) die de Amerikaanse president Joe Biden half augustus ondertekende.

369 miljard dollar
De IRA is een federaal pakket van in totaal 369 miljard dollar aan subsidies en fiscale voordelen voor het Amerikaanse bedrijfsleven en consumenten. De naam van de wet is wellicht wat verwarrend. Want ja, de wet is bedoeld om de Amerikaanse inflatie te beteugelen door onder meer zorg- en energiekosten voor Amerikanen te verlagen, maar bestaat tegelijkertijd ook uit forse bedrijfssubsidies en belastingverlagingen op schone energie en technologie.
Maar deze IRA zorgt voor nervositeit binnen de EU. Politici en ambtenaren zijn bang dat de aantrekkelijke Amerikaanse subsidies onweerstaanbaar zullen zijn voor investeerders en grote Europese industriebedrijven, en dan met name fabrikanten van elektrische auto's en waterstofproducenten. "Het is een zeer, zeer gevaarlijke weg naar het beginnen van handelsconflicten", zegt een EU-diplomaat tegen nieuwsite Politico.
Daarbij speelt ook de energiecrisis een rol. Europese bedrijven zitten in eigen land met een torenhoge rekeningen voor energie en brandstof in de maag als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne. In de VS is energie een stuk goedkoper, en ook dat zou een verhuizing naar de VS momenteel erg aantrekkelijk maken - is de vrees in Brussel.

Buy American
De nieuwe Amerikaanse industriepolitiek doet critici sterk denken aan de 'Buy American'-wet uit de jaren dertig. Ook toen stimuleerde de Amerikaanse regering, te midden van een grote economische depressie, het kopen van binnenlandse producten met een protectionistische wet. Met als uiteindelijke doel om het aanschaffen van in Amerika geproduceerde producten goedkoper te maken.
Wat later inspiratie vormde voor andere presidenten, onder wie Bidens voorgangers Donald Trump (met zijn 'Buy American and hire American'-decreet in 2017) en Barack Obama, die met zijn 'American Recovery and Reinvestment Act' uit 2009 ook eigen bedrijven voorrang gaf tijdens de financiële crisis.
"Een zekere vorm van protectionisme heeft altijd al bestaan in zowel de VS als de EU", zegt analist Philip Marey, die de Amerikaanse economie volgt voor de Rabobank. "Vroeger probeerden regeringen zulk beleid nog te verdoezelen, en deden ze ondertussen naar buiten toe alsof ze voorstander waren van vrije handel. Maar politici doen het tegenwoordig steeds vaker openlijk, want je scoort ermee bij je kiezers. Dus óók de Democratische Partij van Biden."
"Een zekere vorm van protectionisme heeft altijd al bestaan."
'Krachtig antwoord'
Ondertussen gaan in Brussel geluiden op om dan met een soortgelijk subsidiepakket te komen. Zo oppert Frankrijk het invoeren van een 'Buy European Act' die de Europese consument moet verleiden tot het lokaal kopen van goederen, en tot miljarden aan Europese subsidies kan leiden.
Die andere bepalende grootmacht binnen de EU, het doorgaans liberale Duitsland, lijkt daar na eerder aarzelen inmiddels steeds meer voor voelen. Net als in Frankrijk en Italië raakt de IRA ook rechtstreeks de Duitse auto-industrie.
Vandaag overleggen de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en de Franse premier Elisabeth Borne in Berlijn over de kwestie. Voorafgaand aan het gesprek gaf de Duitse minister van Economische Zaken Robert Habeck alvast een voorzetje.
De EU moet met een 'krachtig antwoord' komen op de Amerikaanse wet, zei Habeck tegen de Duitse zakenkrant Handelsblatt. Hij noemde het Amerikaanse steunpakket 'buitensporig' en zei te vrezen voor het 'opzuigen van investeringen uit Europa'.

Slecht voor Nederland
Maar dat is iets wat Nederland juist wil voorkomen. Als kleine open economie is Nederland sterk afhankelijk van internationale vrijhandel, het liefst zo goedkoop mogelijk.
Minister Liesje Schreinemachers voor Buitenlandse Handel zegt bezorgd te zijn over IRA en noemde de potentiële impact op de Europese economie 'erg groot'. Schreinemachers, die vandaag in Brussel overlegt met haar collega-ministers van handel, hoopt dat er snel een oplossing wordt gevonden om handelsconflicten te voorkomen.
"Het is per saldo slecht voor iedereen wanneer economieën zich verschuilen achter handelsbarrières", zegt analist Marey. "Het is globaal gezien niet optimaal, omdat het economische groei beperkt. Maar als andere landen ermee beginnen, heeft het ook weinig zin om zelf niets te doen."
Bekijk ook: Met dit masterplan knijpt Poetin Europa steeds verder af
Minder afhankelijk
En er zijn meer redenen waarom protectionisme hoogtij viert. Door de coronapandemie zijn ook Europese bedrijven er op een pijnlijke manier achter gekomen hoe sterk afhankelijk ze voor hun bevoorradingsketen zijn geraakt van het buitenland. Zo bereikten de EU-lidstaten deze week een akkoord om gezamenlijk 45 miljard euro te investeren in de eigen chipsector. En door de oorlog in Oekraïne staat energiezekerheid plots bovenaan de agenda.
Marey: "Bij het voordeel van internationale vrijhandel gaan we ervan uit dat landen altijd producten aan elkaar zullen leveren. Nu Rusland de gaskraan heeft dichtgedraaid, weet Europa dat die zekerheid weg is. Dan ga je heel andere afwegingen maken. Europa wordt langzaam wakker en moet een flinke inhaalslag maken."