Post- en pakketjesbedrijf PostNL heeft een slecht kwartaal achter de rug. Het aantal bezorgde brieven liep zoals verwacht flink terug, maar inmiddels zit ook de klad erin bij de pakketbezorging. Dat gaat tot hogere prijzen leiden.
Dat blijkt uit de vanochtend gepubliceerde cijfers over het derde kwartaal. De omzet van PostNL daalde met 3 procent naar 709 miljoen euro en er werd een verlies voor belastingen in de boeken gezet van 20 miljoen.
Daling ingezet bij pakketjes
Dat er ruim 9 procent minder post werd verstuurd dan een jaar eerder, mag geen verrassing heten. Die trend is al jaren aan de gang. Zowel consumenten als bedrijven en instellingen doen immers steeds meer digitaal en minder via de post.
Maar ook bij de pakketjesafdeling gaat het nu minder. Volgens PostNL besteden consumenten minder in winkels en webshops, door de hoge inflatie.
PostNL bezorgde daardoor 1,1 procent minder pakketten. De kosten zijn bovendien juist hard gestegen. De lonen van het eigen personeel zijn bijvoorbeeld omhoog gegaan en pakketbezorgers hebben een tariefverhoging gekregen om de gestegen kosten te dekken. Ook de brandstofkosten stegen. Samen goed voor een tegenvaller van 15 miljoen euro.
Slecht nieuws voor consument
Dat is ook slecht nieuws voor de consument, want er is werk aan de winkel om de financiën gezond te houden, schrijft het bedrijf. De eerste maatregel die PostNL voor ogen heeft is de opbrengsten verhogen door 'prijsaanpassingen': hogere prijzen dus.
De kosten voor een binnenlands pakketje stijgen volgend jaar met 20 cent voor een online gefrankeerd pakket, naar 6,95 euro. Lever je het in bij een PostNL-punt dan gaat het 7,65 euro kosten, 40 cent meer dan nu.
Ook het versturen van brieven wordt duurder. Een postzegel kost vanaf januari 1,01 euro. Nu is dat nog 96 cent.
