Als gevolg van de oorlog in Oekraïne groeit de economie in de eurozone volgend jaar nog minder dan was gedacht, aldus de OESO ( Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Vooral het voor Nederland zo belangrijke Duitsland krijgt ervan langs.
Na het sterker dan verwachte herstel na de coronapandemie gooit de Russische inval in Oekraïne roet in het eten. Ook zijn hogere prijzen, vooral voor grondstoffen en voedsel, het gevolg. Daarbij drukken uitbraken van corona in bijvoorbeeld China de wereldwijde groei.

Export
Specifiek voor Nederland geeft de OESO nu geen voorspelling, maar wel voor een aantal voor ons land belangrijke landen. Nederland is voor een flink deel afhankelijk van de handel met het buitenland.
We verdienen daar bijna een derde van ons bbp. Daarom is het toch goed om een paar prognoses van de OESO nader te bekijken.

Eurozone en Duitsland
De wereldwijde economie zal in 2023 met 2,2 procent groeien, dat is 0,6 procentpunt minder dan de OESO in juni nog verwachtte.
Nog harder wordt de eurozone geraakt, denkt de OESO, met een groei van slechts 0,3 procent. Dat is 1,3 procentpunt minder dan drie maanden geleden nog gedacht. Duitsland zal zelfs met een krimp van 0,7 procent te maken krijgen, verwacht de OESO. Eerder werd nog gerekend op een groei van 3,1 procent.

Frankrijk en Italië, de tweede en de derde economieën van de eurozone, zullen nog wel groeien, maar de groei blijft met respectievelijk 0,6 procent en 0,4 procent beperkt, denken de economen van de OESO.
De verwachte geringe groei voor grote Europese landen is ongunstig voor ons land. Nederland doet immers het meeste zaken met landen in Europa. In 2020 ging 70 procent van onze export naar andere landen in de Europese Unie.
Nóg lagere groei?
Daarmee is het slechte nieuws nog niet voorbij. Want er is veel onzekerheid, zegt de OESO over de eigen verwachtingen.

Zo kunnen brandstoftekorten, vooral voor gas, de groei in Europa in 2023 met nog eens 1,25 procent verlagen. Werdeldwijd zal de groei 0,5 procentpunt lager kunnen uitvallen dan waar de OESO nu nog op rekent.
Inflatie
Grondstoffentekorten zullen ook de inflatie verder kunnen opjagen. Nu gaat de OESO nog uit van een inflatie van 6,2 procent in 2023, maar dat kan 1,5 procentpunt meer worden.
Hogere inflatie zal meer renteverhogingen door centrale banken nodig maken, denkt de OESO. Maar een hogere rente is juist ongunstig voor de economie.
2022: iets minder slecht
Dit jaar zullen veel economieën juist iets minder slecht presteren dan eerder gedacht, aldus de OESO. Voor de wereld als geheel is er geen verschil met de prognose van juni, maar in de eurozone zal de groei 3,1 procent bedragen, dat is een half procentpunt meer dan drie maande geleden nog gedacht.
Duitsland doet het met een groei van 1,2 procent wel slechter (0,7 procentpunt) dan drie maanden geleden nog gedacht.