In deze nieuwe serie spreken we Nederlanders die in het buitenland wonen en werken. Ze delen hun ervaringen met het land en de cultuur. Deel 1: Christel Stansfeld runt al 31 jaar een speelgoedwinkel in de tweede stad van Ierland, Cork.
In hartje Cork zit speelgoedwinkel Pinocchio's, gerund door Christel Stansfeld en haar Ierse man Wyon. Dat de winkel al bijna veertig jaar bestaat is mede te danken aan de trouwe klantenkring, denkt ze. "Mensen leven hier minder gehaast dan in Nederland, klanten maken graag een praatje. Ik houd enorm van kletsen, dus dat komt goed uit."
In 1986 vertrok Stansfeld vanuit Otterlo naar Cork om daar tijdelijk te werken als au pair. Maar ze werd verliefd, trouwde en nu - 36 jaar later - woont ze nog steeds met veel plezier in de tweede stad van Ierland, die in die periode flink veranderd is.
Van dichte gordijntjes naar terras
"Toen ik hier in de jaren tachtig kwam, kon je nergens op een terrasje zitten. En als je binnen zat, kon je amper naar buiten kijken. Dat viel me echt tegen", beschrijft Stansfeld. De gordijntjes zaten dicht. Naar het café gaan was haast een schaamtevol iets. "Jij kon niemand zien en niemand kon jou zien."
Dat veranderde in de jaren negentig. Toen kwam er flinke economische groei, waardoor de Ieren meer te besteden hadden en meer gingen reizen. "Ze zagen dat het in andere landen anders was. Dat je op het terras kon zitten en mensen kon kijken. En hoe leuk dat is", vertelt Stansfeld lachend.
Pinocchio's werd in 1983 geopend door een andere Nederlandse dame; in 1991 kwam de zaak in handen van Stansfeld en haar man. "In de 31 jaar dat we de winkel hebben, zijn er ook zware tijden geweest. Momenten waarop we ons afvroegen of we niet beter konden stoppen."
Het zijn de vaste klanten geweest die ervoor zorgden dat ze altijd zijn doorgegaan, ook in coronatijd. "Toen merkten we ook hoe mensen ons waarderen." Er kwamen plots online bestellingen binnen van mensen die de winkel wilden steunen.
Online shoppen bij Ieren minder populair
Nu komen klanten weer graag persoonlijk naar de winkel. "Vergeleken bij Nederland kopen Ieren veel minder online. Die gaan echt nog naar de kleine zaakjes toe."
Niet alleen omdat ze liever fysiek winkelen dan anoniem dingen in een digitaal winkelmandje gooien, maar ook omdat ze graag hun lokale ondernemers steunen, ziet Stansfeld.
Dit jaar won Pinocchio's de prijs voor beste retailer, uitgereikt door de Cork Business Association, die jaarlijks drie winkels in de stad nomineert waarop het publiek mag stemmen. Veertigduizend stemmen zijn er uitgebracht, waarbij Pinocchio's als winnaar uit de bus kwam. "Daar zijn we heel erg trots op."
Generaties vaste klanten
Stansfeld heeft klanten die vroeger als kind kwamen en nu binnenkomen met hun eigen kinderen. Of mensen die voor hun kinderen kochten en nu voor de kleinkinderen. "Mensen voor wie de winkel deel uitmaakt van een familietraditie en die heel blij zijn dat we er nog zijn."

Daarnaast komen er ook veel toeristen een kijkje nemen in de winkel. "We zien hier best veel Nederlanders." Die geeft Stanfeld altijd graag meteen wat tips mee. "Cork is een compacte stad, maar je verliest als bezoeker zoveel tijd als je niet precies weet waar je heen moet en wat de leukste opties zijn. Daar help ik graag bij."
Amerikanen gaan bijvoorbeeld graag naar het nabijgelegen plaatsje Cobh, waar de Titanic voor het laatst aanmeerde. Nederlanders komen om andere redenen naar Zuid-Ierland, merkt Stansfeld. "Je kunt hier in de omgeving mooi wandelen zonder iemand tegen te komen. Het is rustig, uitgestrekt en het landschap is niet plat", zegt ze lachend.
Tijd voor een praatje
Ierland telt 5 miljoen inwoners en is vergeleken bij Nederland dunbevolkt. "Die rust en ruimte zorgt er ook voor dat mensen minder gehaast leven. Ieren zijn vriendelijk en behulpzaam. Ze hebben meer tijd voor een praatje."
Dat merkt Stansfeld ook in de winkel. Mensen kopen iets, maar blijven dan ook nog even hangen voor een praatje. "Het is niet meteen snel weer door. Praten doen ze hier graag."
Overeenkomsten tussen de Ieren en Nederlanders ziet Stansfeld ook. "Waar Duitsers bijvoorbeeld wat formeler en serieuzer zijn, zijn de Ieren en Nederlanders allebei goed in plezier maken", vindt Stansfeld.
Work hard, play hard
Hard werken gebeurt er ook. "Maar na werk is het tijd om lol te maken. Daar zijn ze hier goed in en dat klikt met Nederlanders."
Dingen die ze aan Nederland mist zijn in eerste plaats familie en vrienden. "Maar ook het vasteland, waardoor je makkelijk kunt reizen. In de auto stappen en zo naar Parijs of Berlijn kunnen gaan."
Maar Cork is waar Stansfeld zich het fijnst voelt. "Ik ben echt thuis hier."
Leuk om te doen:
- Bekijk Cork vanaf het water tijdens een kajaktour, waarbij je over de rivier Lee peddelt, onder de bruggen van de stad door.
- Doe de Cork Tasting Trail, een food tour waarbij je meerdere stops maakt bij fijne eet- en drinkplekken van de stad, terwijl de gids al wandelend de geschiedenis van de Cork uit de doeken doet.
- Luid de klokken van Shandon Tower. "Als het niet te bewolkt is, is het leuk om naar de Shandon Tower te gaan. Een kerktoren kunt beklimmen voor een mooi uitzocht en zelf de bellen mag luiden." Er zijn deuntjes waar je uit kunt kiezen: van Vader Jacob tot de themesong van Top Gun. Wat de buren hiervan vinden is niet bekend.
- Bierliefhebbers kunnen hun lol op in Cork. Bij brouwerij Rison Sons valt heel wat te proeven. Daarnaast zijn ook Franciscan Well en Beerhaus niet te missen.
- Ga eten bij visrestaurant Goldies, waar je heerlijk dineert voor zeer schappelijke prijzen.
- Bezoek de English Market. "Markten buiten zoals we dat in Nederland hebben, kennen ze hier niet echt. Op deze overdekte markt in een Victoriaans monumentaal gebouw verkopen ze lekker brood, delicatessen, verse vis en lokale kazen."
- Luister naar Ierse muziek in de pub. "Het barst van de pubs in Cork en in veel daarvan is in het weekend livemuziek te horen, bijvoorbeeld bij Sin é." Een andere leuke plek is de piepkleine pub The Welcome Inn.