KLM, Air France en Martinair moeten alsnog ruim 325 miljoen euro boete betalen vanwege verboden prijsafspraken over luchtvrachtvervoer. Het deel voor KLM komt neer op 127 miljoen euro.
Dat heeft het Gerecht van de Europese Unie bepaald. Ook acht andere luchtvrachtvervoerders die deel uitmaakten van het kartel tussen eind 1999 en begin 2006 moeten wegens kartelvorming een boete betalen. Het totale bedrag is bijna 790 miljoen euro.
Verboden prijsafspraken
De forse boetes werden door de Europese Commissie in 2017 opgelegd omdat er verboden prijsafspraken zouden zijn gemaakt over luchtvrachtvervoer. Air France, KLM en vrachtdochter Martinair moesten in totaal ruim 325 miljoen euro betalen.
De boete draaide om het maken van afspraken over de hoogte van brandstof- en veiligheidstoeslagen tussen eind 1999 en begin 2006. Volgens de Commissie werden zowel tussen individuele bedrijven als in groepsverband 'via talrijke contacten' deals gesloten.

Slepende zaak
De zaak kwam zo'n 12 jaar geleden aan het rollen. In 2010 legde de Europese Commissie al geldboetes op aan de vliegmaatschappijen. Naast Air France-KLM en Martinair waren dit Air Canada, British Airways, Cargolux, Cathay Pacific Airways, Japan Airlines, LAN Chile, SAS, Singapore Airlines en Qantas.
Op Qantas na gingen alle bedrijven in beroep. In december 2015 zette het Gerecht van de Europese Unie een streep door de boete wegens procedurefouten.
De Europese Commissie bleef volhouden dat er sprake was van kartelvorming en legde in 2017 opnieuw geldboetes op, in totaal ter hoogte van 776 miljoen euro. De betrokken vliegmaatschappijen gingen opnieuw in beroep.
De partijen kunnen binnen twee maanden in hoger beroep gaan bij het Europees Hof van Justitie, waar het Gerecht een onderdeel van is. Air France-KLM onderzoekt nog of zo'n beroepszaak haalbaar is, meldt een woordvoerster. De luchtvaartcombinatie had eind vorig jaar 350,6 miljoen euro gereserveerd voor het betalen van eventuele kartelboetes. Bij een hoger beroep hoeft de boete nog niet betaald te worden.