Vanaf 1 april moeten alle huizenkopers in Amsterdam rekening houden met de zelfwoonplicht. Kopen zij een bestaande woning met een WOZ-waarde van maximaal 512.000 euro dan moeten de kopers er in ieder geval de eerste vier jaar zelf in wonen.
Het huis mag in die periode niet worden verhuurd. De gemeenteraad moet nog wel akkoord gaan, maar daar verwacht woonwethouder Jakob Wedemeijer geen problemen mee. Met de maatregel wordt 60 procent van de koopwoningen in Amsterdam beschermd tegen opkoop.
Verhuurverbod
De hoofdstad voerde anderhalf jaar geleden al een zelfwoonplicht in voor nieuwbouwwoningen. Bij deze woningen is het verhuurverbod opgenomen in het erfpachtcontract, waardoor het voor onbepaalde tijd geldt.
Door op een soortgelijke manier in te grijpen bij bestaande koopwoningen, wil het stadsbestuur voorkomen dat koopwoningen voortdurend opgekocht worden door bijvoorbeeld vastgoedbeleggers en vervolgens voor hoge bedragen worden verhuurd. Een op de drie woningen in Amsterdam is nu al in handen van particuliere beleggers.

Tussen 2019 en 2021 zijn tienduizend woningen in de hoofdstad verschoven van de koopmarkt naar de vrije huursector. Dat komt niet alleen doordat woningen worden opgekocht, maar ook omdat huizenbezitters hun huis verhuren en niet verkopen als ze bijvoorbeeld gaan samenwonen.
Mede daardoor is wonen in Amsterdam in de afgelopen zeven jaar stukken duurder geworden. De prijs van een koopwoning steeg naar gemiddeld 600.000 euro. Nieuwe huurders in de vrije sector betalen nu zo'n 1466 euro per maand. Woningen in het midden- en lage segment zijn schaars geworden.

Amsterdam is zeker niet de enige gemeente die een zelfwoonplicht hanteert. Uit een enquête van de Volkskrant onder gemeenten bleek afgelopen november dat meer dan 130 van de 352 Nederlandse gemeenten een zelfbewoningsplicht heeft ingevoerd voor nieuwbouw.
Uitzonderingen
Sinds 1 januari dit jaar is het mogelijk om ook voor bestaande koopwoningen een opkoopbescherming in te voeren. Van de ondervraagde gemeenten stelde 60 procent tegenover de krant daar concrete stappen voor te zetten.
Op de zelfwoonplicht zijn wel een aantal uitzonderingen mogelijk. Zo mag een woning wel worden verhuurd aan directe familie (een ouder, broer of zus) of als de eigenaar tijdelijk in het buitenland woont (maximaal twee jaar).