In meer dan veertig jaar tijd stegen de huizenprijzen niet zó snel als in het afgelopen jaar. Koopwoningen werden vorige maand voor gemiddeld vier ton verkocht. Dat is 20,4 procent meer dan een jaar eerder en 85 procent meer dan in juni 2013, toen de huizenmarkt een dieptepunt bereikte.
De laatste keer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de huizenprijzen zó snel zag stijgen, was in 1977. In november vorig jaar, toen de huizenprijzen met 20,1 procent stegen ten opzichte van een jaar eerder, evenaarde dat het record dat in februari 2000 gevestigd werd. Ook toen werden de huizen gemiddeld 20,1 procent duurder.
Overheidsstimulering
In de twaalf maanden tot december 2021 werden huizen gemiddeld nog duurder. Het CBS registreerde een stijging van 20,4 procent. Wanneer werden Nederlandse woningen voor het laatst zoveel meer waard?
Het antwoord op die vraag is lastig, legt CBS-econoom Peter Hein van Mulligen uit. Het bureau begon met het maandelijks bijhouden van de huizenprijzen in 1995. Over informatie van vóór die tijd zijn we aangewezen op oudere gegevens, die alleen per kwartaal werden bijgehouden. De laatste keer dat er in een kwartaal sprake was van een hogere prijsstijging dan afgelopen maand, was in 1977.

In de jaren zeventig gingen de huizenprijzen sowieso sterk omhoog omdat de overheid het kopen van een woning toen erg probeerde te stimuleren, legt Van Mulligen uit.
In de jaren daarna ging het slechter met de economie en zakten de prijzen in om vervolgens in de jaren negentig weer op te lopen. Eind jaren negentig waren spaar- en beleggingshypotheken daarbij sterk in opkomst.
Makkelijke financiering
De huizenmarkt bereikte in juni 2013 een dip. Vergeleken met toen zijn de huizenprijzen nu gemiddeld 85 procent hoger.
De huidige gekte op de woningmarkt heeft volgens veel kenners te maken met de makkelijke financiering. De hypotheekrentes zijn al lange tijd heel erg laag. Daarbij profiteren huizenkopers nog altijd van fiscale voordelen als de hypotheekrenteaftrek.

Wat ook een grote rol speelt is dat het aanbod aan te koop staande huizen enorm is geslonken. Daardoor bieden huizenzoekers flink tegen elkaar op en is het voor veel mensen erg lastig om nog een huis te bemachtigen. Dat blijkt ook uit de cijfers over het aantal verhuizingen, meldt het CBS. Vorige maand vonden er op de woningmarkt maar 20.559 transacties plaats. Dat is bijna 22 procent minder dan in dezelfde maand van 2020.
CBS versus NVM
Van Mulligen houdt er rekening mee dat de huizenprijzen in de statistiek van het CBS binnenkort nog harder kunnen oplopen.
Makelaarsorganisatie NVM kwam eerder deze maand met nieuwe kwartaalcijfers waarin sprake was van een prijsstijging die eigenlijk al iets sterker was, namelijk 20,7 procent. Die cijfers zijn gebaseerd op het moment dat het koopcontract van een huis wordt getekend.
Het CBS verwerkt de transacties pas als notarissen ze laten inschrijven bij het Kadaster. Dat gebeurt altijd iets later. Van Mulligen wijst er wel op dat NVM-makelaars een groot deel, maar niet de hele markt in handen hebben. De CBS-cijfers kunnen daarom anders uitpakken.