De gemeente Utrecht wil een zogenoemde 'opkoopbescherming' invoeren voor de hele stad. Wie vanaf half maart een huis koopt met een WOZ-waarde tot 440.000 euro, moet er dan zélf gaan wonen.
Verhuren mag alleen nog onder strikte voorwaarden. De nieuwe regel is een poging van de gemeente om beleggers te weren en starters een kans te geven op de krappe huizenmarkt.
Veel steden maken gebruik van de landelijke invoering van de wet Opkoopbescherming. Utrecht is na Amsterdam en Den Haag één van de steden die de maatregel voor de gehele stad laat gelden. Andere steden, zoals Rotterdam, wijzen bepaalde wijken aan waar de opkoopbescherming geldt.
'Deze wet gaat verschil maken'
Wethouder Kees Diepenveen van Utrecht heeft goede hoop op een betere situatie voor huizenzoekers door deze wet. Mensen die zelf in een koopwoning willen wonen, moeten nu concurreren met beleggers, zegt hij. "Dat leidt tot meer schaarste en stijgende woningprijzen. We grijpen dan ook alle middelen aan om deze druk te verlichten. De invoering van deze wet gaat daar zeker verschil in maken."

De wet geldt sinds 1 januari van dit jaar en geeft gemeenten de mogelijkheid om een opkoopbescherming in te voeren. Alleen bestaande koopwoningen vallen onder de wet.
Als een huis onder de opkoopbescherming valt mag een eigenaar zijn of haar huis vier jaar lang niet verhuren, behalve aan directe familieleden zoals ouders, broers, zussen en (klein)kinderen. In Utrecht valt door de WOZ-waarde van 440.000 euro zo'n 60 procent van de woningvoorraad onder de wet.
De Utrechtse gemeenteraad moet nog instemmen met het collegevoorstel. Als dat geregeld is, gaat de opkoopbescherming vanaf half maart gelden.