Ondernemer Peter Barnhoorn bouwde met zijn familie een succesvol rozenbedrijf op in Afrika. Nu is hij veel te vinden op Sint Eustatius, dat deel uitmaakt van Caribisch Nederland. Hij opende er dit jaar een luxe resort en is nu één van de grootste werkgevers van het eiland. De gigantische tuin krijgt extra aandacht: 'Ik blijf een bloemenjongen.'
Sint Eustatius is een relatief onbekend eiland dat deel uitmaakt van de Bovenwindse Eilanden op de Antillen. Een klein en rustig eiland, waar je wat wandelaars en duikers aantreft. Niet een plek waar drommen toeristen op vakantie gaan, want wie mooie stranden en een bruisend nachtleven wil, kiest al snel voor een van de buureilanden, zoals Sint Maarten of St Barth.
Uit de hand gelopen investering
Wat bezielde ondernemer Peter Barnhoorn om juist hier - Sint Eustatius telt 21 vierkante kilometer - een hotel te openen? Het begon naar eigen zeggen als 'een gekkigheidje', maar nu brengt de rijke rozenkweker er veel van zijn tijd door.
Toen Peter Barnhoorn zo'n vijf jaar geleden inging op een zakenvoorstel en investeerde in een lap grond op het eiland was het niet meer dan dat: een investering. "Ik had nul interesse om hier ook maar één keer heen te gaan", vertelt hij in de lobby van zijn in september geopende Golden Rock Resort.
Het idee was dat de 16 hectare grond werd opgedeeld in bouwkavels en dan weer doorverkocht. Maar toen er na anderhalf jaar nog niks gedaan was aan het ruwe stuk grond, vloog Barnhoorn naar het Caribisch gebied om zelf eens te kijken.
Ruw en bezaaid met rotsen
De hotels waar hij voor zijn verblijf uit kon kiezen, bevielen hem niet bijster goed. "Dat was echt helemaal niks." Zo ontstond het idee om zelf een mooi hotel te gaan bouwen. Barnhoorn, die met familiebedrijf Afriflora de grootste rozenkwekerij ter wereld opzette in Ethiopië, wist wel raad met het stuk grond dat op een helling lag en bezaaid was met rotsen.
Doordat het meerderheidsbelang van het rozenbedrijf is verkocht en Barnhoorn minder vaak in Afrika hoeft te zijn, heeft hij ook tijd voor dit project. Maar een makkelijke klus was het niet. Alleen al het gelijk maken van de grond en het aanleggen van een riolerings- en irrigatiesysteem was een miljoeneninvestering.
Barnhoorn liet zich niet afschrikken. Want ook al zijn de bloementeelt en hotelwereld twee totaal andere sectoren, de basis is volgens hem hetzelfde. "De kennis van een bedrijf opzetten is goud waard. Het gaat erom dat je het overzicht behoudt en de grote obstakels plat slaat."
Sint Eustatius op de kaart zetten
Een van de obstakels voor zijn resort, waarvan de 32 hotelkamers klaar zijn, maar de 26 losstaande villa's en een tweede zwembad nog in aanbouw zijn, is dat weinig mensen Sint Eustatius op de radar hebben. "Als dit hotel op Curaçao zou staan, was het een stuk makkelijker geweest", zegt hij realistisch.
"Kijk, ik had zelf nog nooit gehoord van dit eiland en nu ben ik er verliefd op." De uitdaging zit hem er dus in om Statia, zoals de bewoners hun eiland zelf noemen, op de toeristische kaart te zetten. En dat gebeurt in samenwerking met de lokale overheid.
Het eiland is blij met de komst van Barnhoorn en zijn resort. "Ze zien dat ik hier niet even snel iets neerzet en weer weg ga, maar dat ik me op de lange termijn richt en dat maakt dat ik veel medewerking krijg."
Belangrijke werkgever
Zo worden nu de wegen op het gehele eiland verbeterd en zijn veel eilandbewoners werkzaam bij Barnhoorn. "Er werken er nu 84 in het hotelbedrijf en nog zo'n zestig in de bouw." Het maakt hem de derde grootste werkgever op het eiland.
Iets waar Barnhoorn trots op is. Jaren terug kwam de familie Barnhoorn met hun bedrijf Afriflora negatief in het nieuws nadat beweerd werd dat de Ethiopische werknemers amper rond konden komen van hun salarissen. Het windt Barnhoorn nog steeds op.
"We maken deel uit van de gemeenschap, dus dat helpen doe je gewoon.”
"We hebben daar 17.000 werknemers en die verdienen bij ons zeker veertig procent méér dan dat ze bij overheidsbedrijven in hetzelfde gebied zouden verdienen. Daarnaast hanteren we Nederlandse normen als het gaat om zaken als het aantal dagen betaald zwangerschapsverlof," claimt hij.
Commercieel, maar eerlijk
Ook heeft de familie Barnhoorn in Ethiopië een ziekenhuis gebouwd om medische zorg beschikbaar te maken. "En op onze gratis scholen wordt les gegeven aan 9000 kinderen." Op Sint Eustatius organiseert zijn bedrijf activiteiten voor kinderen en ouderen en Barnhoorn is bezig met het opzetten van meer structurele dingen, zoals een zaaltje waar 'ouderen kunnen samen komen om te kaarten'.
"We maken deel uit van de gemeenschap, dus dat helpen doe je gewoon." Een filantroop zou hij zichzelf niet noemen. "We zijn ook zeker gewoon commercieel en onze bedrijven zijn gericht op geld verdienen. Dat lijkt me geen schande. Maar dat doen we wel op een eerlijke manier. Zo ook hier op Sint Eustatius."
De salarissen van zijn medewerkers, die hij allemaal bij naam kent, liggen volgens hem een stuk boven de markt. "Dat moet ook wel, want anders komen ze bij ons leren hoe het moet en kunnen ze daarna overal aan de gang."
Barnhoorn wil zijn personeel opleiden, zodat hij uiteindelijk niet meer nodig is in het management. Maar voor nu steekt hij zelf nog enthousiast de handen uit de mouwen. Alles is door hem zelf bedacht. Van het watersysteem dat van zeewater zoet water maakt tot het ontwerp van de zwembaden en het restaurant. "Er is geen architect aan te pas gekomen."
Tuin vol rozen
En natuurlijk krijgt vooral de tuin krijgt veel van zijn aandacht. "Ik loop twee uur per dag mee met de tuinmannen en ik denk dat ik tien procent van de planten hier zelf heb gepoot."
De tuin is al groen en kleurrijk, maar nog niet klaar. "Straks bedekt de bougainville veel van de muren. Ik wil er echt een oase van maken." En ze zullen ook weten dat Barnhoorn van oorsprong een rozenkweker is. "Mijn broer is inheemse rozensoorten aan het verzamelen die goed tegen de wind en zilte lucht kunnen. Dus het komt hier ook vol te staan met rozen."
