Het Europees Parlement is definitief akkoord met het coronaherstelfonds waaruit lidstaten voor honderden miljarden euro's aan steun kunnen krijgen om de gevolgen van de crisis teniet te doen. Voor Nederland ligt er zo'n 5,5 miljard euro aan subsidies klaar.
Het herstelfonds, officieel de faciliteit voor herstel en veerkracht (FHV), is het leeuwendeel van het coronasteunpakket ter waarde van 750 miljard euro. Uit het fonds kan de EU lidstaten voor maximaal 312,5 miljard euro aan subsidies geven en 360 miljard euro aan leningen.
De goedkeuring van het Europees Parlement is van groot belang. Landen kunnen namelijk pas subsidies aanvragen op het moment dat de regeling officieel in werking is getreden.
Dat zal nu dus spoedig gebeuren, nadat ook de lidstaten formeel hun fiat hebben gegeven. Dat is een formaliteit, zij hebben namelijk unaniem aangegeven akkoord te zijn met het huidige voorstel.

Gisteren stemden de Europarlementariërs al, maar de uitslag werd pas vandaag bekend. Dat komt doordat de volksvertegenwoordigers op afstand hun stem kunnen uitbrengen via een formulier dat gescand en opgestuurd moet worden. Dat nam wat extra tijd in beslag.
In de zomer van 2020 bereikten de regeringsleiders een akkoord over het herstelfonds, maar de daadwerkelijke uitwerking en parlementaire goedkeuring liet nog half jaar op zich wachten. De verwachting is dat de lidstaten, vertegenwoordigd in de Raad, nog deze maand hun handtekening zetten.
Diepte van de crisis van belang voor subsidies
Landen maken aanspraak op een deel van het geld op basis van een aantal factoren, zoals de omvang van de economie afgezet tegen het aantal inwoners en de werkloosheid. 30 procent van het geld wordt pas in 2023 uitgekeerd, voor dat deel wordt ook de daadwerkelijke impact van de coronacrisis meegewogen.

Het geld mag overigens niet zomaar aan willekeurige projecten worden uitgegeven. Landen moeten aantonen dat een subsidieaanvraag helpt bij het versterken van de economie op de lange termijn. Bovendien moet voor iedere subsidieaanvraag minsten 37 procent van het geld gebruikt worden voor vergroening en 20 procent voor digitalisering.
Vrekkige vier
Over de FHV is vorig jaar flink gesteggeld. Zo verzette onder meer Nederland zich lange tijd tegen het verstrekken van subsidies door de Europese Commissie met geleend geld. Normaal gesproken verstrekt de EU namelijk alleen subsidies met geld dat het ook daadwerkelijk in kas heeft, opgehaald via afdrachten van lidstaten. Maar dit gigantische bedrag heeft de EU niet liggen, en dus moet Brussel dat geld lenen.
Vooral Nederland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken vonden het een onzalig plan om een gezamenlijke schuld aan te gaan, met het risico dat rijke landen (wij dus) ooit moeten opdraaien voor de schuld van andere landen, als die niet aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen. Na een aantal wijzigingen in het plan gingen de 'vrekkige vier' toch akkoord.