De EU en China naderen na jaren van onderhandelen een akkoord over een nieuw investeringsverdrag. Dat zou ook voor Nederlandse ondernemers een economische boost betekenen. Al is de vraag of Europa nog aanvullende eisen stelt over schendingen van mensenrechten in China, zoals werkkampen voor minderheden.
Al zeven jaar en ruim dertig onderhandelingsrondes wordt er gesoebat over de zogeheten EU-China Comprehensive Agreement of Investment (CAI).
Moeilijk zakendoen
Onder dit verdrag moet China zijn markt verder openen voor Europese investeerders en bedrijven. Nu zitten ook Nederlandse ondernemers bijvoorbeeld nog vast aan een verplichte joint-venture met een Chinese partij, willen ze zaken doen in China.
De EU eist ook dat China transparant is over de staatsteun en subsidies die Chinese bedrijven krijgen. Dit moet zorgen voor eerlijkere concurrentie, het vaak genoemde 'gelijke speelveld'. CAI moet zo een opmaat worden naar een nieuw algeheel handelsverdrag tussen de EU en China.
Sectoren beschermd
Het doel van de Chinezen is om toegang tot de Europese markt te behouden, op die manier kan het investeringen en overnames blijven doen. Dat laatste wordt steeds lastiger nu EU-lidstaten, waaronder Nederland, hun strategische sectoren (denk aan hightech, zorg en voeding) beter willen beschermen tegen ongewenste overnames.
Nu nadert tegen het einde van 2020 dan toch een akkoord over het nieuw overkoepelend verdrag, zeggen EU-diplomaten en ambtenaren tegen nieuwssite Politico. Dat zou betekenen dat alle losse verdragen die de lidstaten nu nog hebben met China de prullenbak in kunnen.
Op dit moment heeft China één op één met landen als Nederland een veel sterkere positie. Maar de EU wil als blok betere voorwaarden afdwingen.
"China is een belangrijke partner, maar tegelijk zien we mensenrechtenschendingen."
Twee struikelblokken
Toch zijn er nog twee grote struikelblokken wil de nieuwe EU-China-deal slagen. Ten eerste de druk van Europese zijde om het verdrag te koppelen aan het stoppen van dwangarbeid in onder meer de Chinese regio Xinjiang, waar naar schatting 1 miljoen Oeigoeren vastzitten in zo'n 380 interneringskampen.
Frans-Paul van der Putten, China-expert bij Instituut Clingendael, is blij dat deze link eindelijk wordt gelegd. "Dit is veel te lang genegeerd. China is een belangrijke partner, maar tegelijk zien we mensenrechtenschendingen. Dat waren lange tijd twee trajecten, maar dit lijkt te veranderen."
Toch is hij sceptisch dat dit nieuwe investeringsverdrag al voor verandering kan zorgen. "Tegenstand uitspreken tegen dwangarbeid in Chinese kampen bij het sluiten van dit verdrag is vooral symbolisch. De EU kan die eis niet stellen, daardoor is een veel structurele aanpak nodig."
'China doet plots concessies'
Het tweede struikelblok is de VS. Dat land wil niet dat China meer toegang krijgt tot Europa. Alleen zijn de verhoudingen met de EU in rap tempo verslechterd, wat vooral te maken heeft met het 'Amerika eerst'-beleid dat is ingezet onder president Trump.
De nieuwe president Biden lijkt wel samen te willen werken met Europa. "China heeft nu vrij onverwacht op belangrijke punten concessies gedaan om snel tot een akkoord met de EU te komen", zegt Van der Putten. "China wil Europa en Amerika tegen elkaar uitspelen en laten zien dat het zelf wel goed kan samenwerken met Europa."
Dat levert volgens hem een dilemma op voor Europa. "De EU is de zwakkere partij in deze driehoeksrelatie. Dan moet je steeds kijken of het handig is om je aan te sluiten bij een van de andere twee machtsblokken. We handelen vanuit zwakte, dan heb je niet altijd de luxe om principiële standpunten in te nemen."
Werkgevers: neem de tijd
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland verwachten niet dat de relatie tussen de EU en China fundamenteel verandert door het investeringsverdrag. "Ons voorlopige oordeel is dat het om een beperkt akkoord gaat", zegt een woordvoerder. "De relatie met China wordt niet integraal geregeld, maar het akkoord levert wel bepaalde voordelen op voor bepaalde sectoren."
Als voorbeelden noemen de werkgevers extra markttoegang van EU-bedrijven, alsmede investeringen in elektrische auto’s, telecom, ziekenhuizen, financiële diensten, vastgoed en scheepvaartdiensten. "Toch blijven een aantal strategische vragen open, zoals dwangarbeid en overheidsinterventie. Het is belangrijk dat deze vragen geadresseerd worden en dat de EU de tijd neemt om tot een gedegen akkoord te komen."
