De doorsnee starter op de woningmarkt is komend jaar wat goedkoper uit, voorspellen economen van ING. De woningprijzen dalen wat en ook de hogere overdrachtsbelasting voor beleggers heeft de nodige gevolgen.
De bank verwacht dat de prijs van een koopwoning volgend jaar gemiddeld 0,5 procent lager ligt dan in 2020. Na een piek in het eerste kwartaal van 2021, volgt een lichte prijsdaling die tot begin 2022 voortduurt, voorspelt het Economisch Bureau van ING.
De belangrijkste reden daarvoor is de coronacrisis, die in de loop van volgend jaar voor meer werkloosheid en een lager vertrouwen zorgt. Het gevolg: meer mensen stellen hun verhuisplannen maar even uit en dus daalt de vraag. Zo worden komend jaar met 200.000 stuks ruim 10 procent minder huizen verkocht, verwacht de bank.

Twee effecten door overdrachtsbelasting
Starters op de woningmarkt profiteren ook van de gewijzigde overdrachtsbelasting - al is dat tweeledig. Aan de ene kant stijgen de prijzen voor huizen tot 4 ton waarschijnlijk. Dat komt doordat deze belasting voor kopers van 18 tot 35 jaar alleen in die prijscategorie eenmalig wordt geschrapt. Want ook huizenverkopers weten hierdoor dat starters wat meer te besteden hebben.
Aan de andere kant stijgt de overdrachtsbelasting voor beleggers per 1 januari van 2 naar 8 procent. ING verwacht dat dit de vraag vanuit beleggers naar woningen zal drukken, oftewel minder concurrentie voor starters die zelf een huis willen kopen.
Geen overdrachtsbelasting een cadeautje? Dat valt vies tegen
Hypotheeklasten dalen wat
Een andere meevaller is de verwachte daling van de hypotheeklasten, al is dat maar gering. Deze lasten zullen volgens de ING-economen een procent dalen in 2021: van 24 naar 23 procent van het besteedbaar inkomen.
Dat zou voor het eerst in jaren een kentering betekenen. De betaalbaarheid van koopwoningen is sinds 2016 alsmaar verder verslechterd, vooral door de oplopende huizenprijzen. Zo was een doorsnee starter eind 2015 nog zo'n 20 procent van zijn inkomen kwijt aan de hypotheek.
ING baseert deze kentering voor een belangrijk deel op de verwachting dat starters in 2021 gemiddeld meer van hun inkomen overhouden. Dat komt omdat loon en inkomsten vanaf volgend jaar minder zwaar belast worden - terwijl de hypotheeklasten nagenoeg gelijk blijven.