Suriname gaat door een zeer zware economische periode. Het land kan niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoen en heeft schuldeisers om uitstel van betaling gevraagd. Een som van 26 miljoen dollar (22 miljoen euro) kan het land nu niet ophoesten.
Dat heeft de Surinaamse regering vannacht naar buiten gebracht. De schuld voor de financiële malaise wordt neergelegd bij de vorige regering die werd geleid door Desi Bouterse.
Die heeft een economie achtergelaten die 'in extreem slechte financiële omstandigheden verkeert', schrijft het ministerie van Financiën. De coronacrisis heeft het land nog verder richting de financiële afgrond geduwd, waardoor er een begrotingstekort wordt verwacht van zo'n 20 procent dit jaar.
Omdat de bodem van de staatskas bereikt is en Suriname op dit moment geen geld kan lenen, moet het een rentebetaling aan zich voorbij laten gaan. Het gaat om een betaling van 26 miljoen dollar op een lening van 550 miljoen dollar. Jaarlijks betaalt Suriname over die lening 9,25 procent rente.
30 dagen respijt
De regering maakt gebruik van de 30-dagen respijtperiode die de obligatie biedt. Die tijd zal het land hard nodig hebben om afspraken te maken met de schuldeisers en internationale instanties om tot een oplossing te komen.
Suriname is al in overleg met het Internationaal Monetair Fonds om daar leningen los te krijgen. Die wil het krijgen in ruil voor vergaande hervormingen die moeten zorgen voor meer economische groei en meer belastinginkomsten, zodat het land in de toekomst wel aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Ambtenarensalarissen
Hoe diep de Surinaamse staat in de problemen zit, bleek ook al toen het land de ambtenarensalarissen niet meer gewoon kon betalen. Daarvoor moest het geld lenen bij lokale banken, schreef minister Blok van Buitenlandse Zaken eerder deze maand aan de Tweede Kamer.
Om aan goedkoop geld te komen, onderzoekt de Surinaamse regering ook of het geld kan lospeuteren bij ondernemers, onder meer bij Surinaamse ondernemers in Nederland, schrijft Blok.
