De Belastingdienst had twee medewerkers met een lange en onberispelijke staat van dienst niet mogen ontslaan wegens vermeende opleidingsfraude. Dat oordeelde de hoogste ambtenarenrechter onlangs. De fiscus kan een schadeclaim van tonnen verwachten.
In 2016 zette de Belastingdienst de twee ambtenaren op straat, nadat was gebleken dat zij tijdens een opleiding gebruik hadden gemaakt van werk van anderen.
Interne opleiding
De twee medewerkers volgden een interne opleiding, die al jarenlang in grotendeels ongewijzigde vorm werd gegeven. Voor de eindopdracht gebruikten zij teksten die andere collega’s eerder hadden gemaakt. Volgens de betrokken cursisten was dat gebruikelijk bij degenen die de opleidingen volgen.
Maar de Belastingdienst nam de zaak hoog op, en ontsloeg beide werknemers. Zij stapten vervolgens naar de rechter om hun ontslag aan te vechten. In eerste instantie gaf de rechtbank Noord-Holland de fiscus gelijk. Tegen die uitspraak gingen de werknemers in hoger beroep.
Te zware straf
En met succes. Uit twee begin deze week openbaar geworden uitspraken blijkt dat de Centrale Raad van Beroep (CRvB) onlangs oordeelde dat de werknemers het werk van anderen niet hadden mogen gebruiken, maar dat het ontslag een te zware maatregel was.
"De opgelegde disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag is onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim", stelt de CRvB in haar uitspraken. Daarbij neemt de raad in overweging dat de informatie-uitwisseling tijdens de cursus was toegestaan, en dat eerder gebruik van informatie in andere zaken niet had geleid tot strafontslag.
Onberispelijk dienstverband
Ook de lengte en aard van hun dienstverband woog in het voordeel van de cursisten mee. De medewerkers werkten respectievelijk 45 en 30 jaar bij de organisatie, en hadden allebei een onberispelijke staat van dienst.
De advocaat van een van de werknemers, Elise van Es van Legalitas, is blij met de uitspraak. "Ieder mens kan zien dat dit niet kan." Zij kondigt aan de Belastingdienst aansprakelijk te zullen stellen voor de schade.
Schadeclaim
Die schade bestaat vooral uit jarenlang misgelopen inkomen. "Mijn cliënte heeft echt aan de grond gezeten. Zij ontving ook geen uitkering van het UWV, omdat zij verwijtbaar werkloos zou zijn. Zo zijn ook schulden ontstaan. Daarnaast is er sprake van psychische schade; als wij spraken begon zij vaak te huilen. Ook die schade ga ik proberen vergoed te krijgen.”
Over de opstelling van de fiscus heeft zij geen goed woord over. "Haar leidinggevende heeft na het ontslag nooit contact opgenomen om te horen hoe het met mijn cliënte ging. Ook na de recente uitspraak heeft de Belastingdienst niets laten horen." De totale claim zal 'in de tonnen' lopen, aldus Van Es.
Terugkeer onwaarschijnlijk
Terugkeer van haar cliënte bij de Belastingdienst is gezien de verstoorde verhoudingen onwaarschijnlijk, denkt de advocaat. "Bovendien heeft zij uiteindelijk een nieuwe baan gevonden."
De andere medewerker bereikt volgende maand de pensioengerechtigde leeftijd, dus zal zeker niet terugkeren.
Hoge eisen
De Belastingdienst zegt niet te kunnen ingaan op individuele zaken, en dus ook niet op de gevolgen van de uitspraken, waaronder de verwachte schadeclaims.
"Maar in het algemeen kunnen we stellen dat gezien de aard van de werkzaamheden bij de Belastingdienst, hoge eisen bijvoorbeeld op het gebied van integriteit gesteld moeten worden aan de werknemers", aldus woordvoerder Erik Jeene.
Streng beleid heroverwogen
Dat de Belastingdienst vaker onder vuur ligt als gevolg van streng optreden tegen de eigen medewerkers, is voor de organisatie wel reden om naar dat beleid te kijken.
"Hoge standaarden zijn noodzakelijk, maar wij zijn natuurlijk niet blind", zegt Jeene. "Samen met de medezeggenschapsraad en de bonden evalueren wij dit beleid. Daarbij wordt ook gekeken naar de maatvoering van strafmaatregelen, en of wij soms niet milder kunnen zijn."