Een oproep aan toeristen die naar Nederland komen: "Ga vooral niet naar Amsterdam. Overweeg Leiden, Utrecht of Zwolle ook eens!". Dat moet de oplossing zijn voor rolkofferterreur, een centrum vol wafelwinkels en stadsbewoners die de eindeloze toeristenstroom beu zijn. Maar zijn er ook alternatieven?
Een dagje Venetië als je Italië bezoekt? Trek je portemonnee maar. De Chinese muur bezoeken? Sluit maar achteraan in de rij. Een bezoekje aan het Alhambra in Granada? Even reserveren: anders kom je er niet in.
"Overtoerisme wordt relevanter voor steeds meer bestemmingen", zegt Jan van der Borg, hoogeleraar Toerisme op de Universiteit van Venetië en Leuven.
Om die reden zoeken steeds meer toeristische trekpleisters naar manieren om de eindeloze stromen toeristen in goede banen te leiden. En ook in Nederland wordt de roep om overlast door toerisme tegen te gaan steeds luider.
Wanbeleid: men deed maar wat
Dat is ook nodig, want te lang deed men maar wat, zegt Van der Borg. "Er is bijna geen bestemming in Nederland die een goed plan heeft geformuleerd. Je moet het niet aan de markt overlaten en iedereen maar laten kijken wat ze doen. Dat leidt tot wanbeleid", zegt hij.
Maar hoe is het op dit moment met toerisme naar Nederland? Vorig jaar waren er 19,1 miljoen buitenlandse toeristen die hier minstens een nacht bleven. En dat worden er alleen maar meer. Een slecht vooruitzicht voor Amsterdammers die nu al gek worden van de drukte in het centrum.
Verpspreiding
Het Nederlandse Bureau voor Toerisme (NBTC) stopt met het maken van reclame, juist om overlast en topdrukte te bestrijden, blijkt uit het beleidsplan van het NBTC, dat de marketing doet voor 'Nederland in binnen- en buitenland'.
In plaats daarvan gaat de organisatie de toeristenstroom in Nederland reguleren, zodat het voor iedereen leuk blijft. Door de toeristen te verspreiden over het land, moet de overlast beperkt blijven.
"Je wil geen Venetië worden", zegt Elsje van Vuuren van het NBTC. "Er zijn in Nederland meerdere locaties waar drukte tot overlast leidt. Amsterdam, de Zaanse Schans, Volendam: daar zijn plekken waar sommige bewoners ook niet meer willen wonen."
Bereikbaarheid en horeca
Om de toeristen op andere plekken te krijgen, moet er nog wel een en ander gebeuren. Zorgen voor nieuwe toeristische attracties is niet voldoende. "Je moet bijvoorbeeld ook de bereikbaarheid verbeteren door ook die laatste kilometer te overbruggen, zodat mensen niet in een weiland in Groningen staan."
Maar het gaat ook om de beschikbaarheid van horeca. "Zoals restaurants of hotels die er nu op bepaalde plekken niet zijn", zegt Van Vuuren.

Leren van het buitenland
Gelukkig is Nederland niet het enige land waar drukke toeristische plekken zorgen voor gezucht en gesteun. Het wiel opnieuw uitvinden hoeft dus niet, want we kunnen wel het een en ander leren van andere hotspots.
In China bijvoorbeeld, werken ze op een aantal plekken met bezoekerscentra. "Voor je op de Chinese Muur of in de Verboden Stad komt, moet je op een aantal plekken stoppen. Vanuit die bezoekerscentra kun je verder", zegt de hoogleraar Toerisme.
Even snel die plekken bezoeken is er dus niet bij. Van der Borg: "Maar daardoor kunnen autoriteiten wel het aantal bezoekers beperken die per uur die attractie bezoeken."
Vooraf boeken
Het paleizencomplex Alhambra in Granada kiest voor een andere benadering die ook goed zou kunnen werken in Nederland.
"Daar kun je alleen heen als je vooraf geboekt hebt. Ook een uitstekende optie voor kleinere gebieden die bezocht worden", zegt Van der Borg.
Technologie
Er is ook een rol voor innovatie, zegt Bas Hillebrand, hoogleraar Innovatie in Toerisme aan de Nyenrode Business Universiteit.
"Door de digitalisering kun je ook beter in kaart brengen wat toeristen doen. Daar kun je vervolgens beter op inspelen door mensen te sturen. Nudging noemen we dat. Subtiel signalen uitsturen naar toeristen om ze de juiste keuze te laten maken", aldus Hillebrand.
Verspreiding
Verspreiding kan ook op een andere manier, aldus Van der Borg. "Je kunt mensen verleiden andere dingen te doen", zegt hij. Bijvoorbeeld door kleine musea goedkoper te maken en de grote trekpleisters als het Dogepaleis in Venetië of de Gaudi-huizen in Barcelona juist duurder te maken.
In Venetië willen ze geld vragen aan alle mensen die de stad bezoeken. Het zal misschien niet ervoor zorgen dat mensen een stad links laten liggen, maar het zorgt er wel voor dat een stad iets overhoudt aan een bezoek. De prijs hangt af van hoe druk het is en ligt ergens tussen de 3 en 10 euro.
"Dat systeem gaat de goede kant op. Het laat mensen bijdragen in de collectieve kosten die een stad heeft. Bijvoorbeeld voor het onderhoud aan de stad en zijn trekpleisters. Niet alleen de mensen die er een paar dagen blijven moeten dan betalen, maar ook de mensen die even een halve middag de stad bezoeken", legt Van der Borg uit.
Positieve oplossingen
Die opties werken ook beter dan het bouwen van hekken, zoals in Venetië ook is geprobeerd. Met die hekken konden bepaalde delen afgesloten worden, als de drukte te groot zou worden.
"Maar die hekken zijn alweer verdwenen", zegt Van der Borg. "Het moet ook niet gaan om muren bouwen. Je moet juist proactieve en positieve oplossingen bedenken."
Opties die toeristen het gevoel geven dat zij er profijt van hebben, werken beter, zegt hij. "Of het nou gaat om een bezoek aan Alhambra op reservering of het Louvre: door de betere spreiding zijn er nooit te veel mensen. En daar wordt iedereen blijer van."