De Nederlandse economie groeit volgend jaar met 2,2 procent, minder dan de groei dit jaar (2,6 procent). De reden: onzekerheid in de wereldeconomie door de moeizame brexit en de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten.
De groei van 2,2 procent is nog wel goed, maar de piek van de economische groei is achter de rug, meldt het Centraal Planbureau (CBP), de onafhankelijke rekenmeesters van de overheid. Dat beeld was ook al in juni van dit jaar zichtbaar.
Nederland doet het ten opzichte van andere landen uit de eurozone ook nog steeds erg goed: het gemiddelde van de eurozone is 1,7 procent groei volgend jaar.
Lage rentes
Door de lage rentes en het stimulerende overheidsbeleid blijft de economie groeien. Dat de groei minder groot is dan de 2,6 procent van dit jaar en de 2,9 procent van vorig jaar, komt omdat consumenten naar verwachting in 2019 minder uitgeven, er minder in woningen wordt geïnvesteerd en de aardgaswinning is teruggeschroefd.
De onzekerheden die de economie kunnen beïnvloeden, zoals de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China en de brexit, zijn onveranderd groot, aldus het planbureau. Ook de protesten van de 'gele hesjes' in Frankrijk en de Italiaanse begroting noemt het CPB als risico's.
Het CPB is wel iets positiever dan De Nederlandsche Bank (DNB), die begin deze week groeipercentages van 2,5 procent dit jaar en 1,7 procent voor de jaren 2019 en 2020 voorspelde. Het Internationaal Monetair Fonds voorziet voor komend jaar een groei van 2,25 procent.
Verhoging btw stuwt inflatie
Het CPB voorziet verder dat de werkloosheid volgend jaar daalt naar 3,6 procent, van 3,9 procent dit jaar. De groei van de werkgelegenheid is daarmee flink lager dan die van dit jaar. "Het plaatje ziet er rooskleurig uit, maar wel net iets minder dan in augustus van vorig jaar", zegt Laura van Geest, directeur van het CPB.
Toch is zij enthousiast over de werkloosheidscijfers: "Die bereiken historisch lage niveau's, terwijl er toch weer steeds meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt."
De inflatie wordt wel flink hoger met 2,4 procent volgend jaar tegen 1,6 procent dit jaar. Dat komt onder meer door de stijging van het lage btw-tarief van 6 procent naar 9 procent.
Lonen en koopkracht omhoog
De lonen gaan met gemiddeld 2,8 procent omhoog, die stijgen dus harder dan de 2 procent dit jaar. Mede hierdoor verbetert de koopkracht volgend jaar met 1,6 procent. Dit jaar steeg die met 0,3 procent voor de meest voorkomende huishoudens.
De overheidsfinanciën zien er ook goed uit. De overheidsschuld daalt volgend jaar naar 48,9 procent van het bbp. Verder heeft de overheid voor het derde rij op jaar een begrotingsoverschot van minimaal 1 procent.
