De vaste baan wint weer aan populariteit omdat werkgevers zitten te springen om personeel in een krappe arbeidsmarkt, concludeert De Nederlandsche Bank. De keerzijde is wel dat de lonen mede daardoor minder stijgen.
Volgens de centrale bank zit het aandeel vaste banen in Nederland voor het eerst in tien jaar weer in de lift, terwijl het aandeel flexcontracten licht is gedaald tot zo'n 27 procent. "De vaste baan is duidelijk weer in opkomst'", zegt DNB-directeur Job Swank.
Echte banen
Toch stijgen de lonen minder dan je zou verwachten in een krappe arbeidsmarkt, volgens Swank. Dat zou kunnen komen doordat vakbonden de laatste jaren vooral op meer vaste banen hebben ingezet en iets minder op loonstijging.
Diezelfde krapte op de arbeidsmarkt draagt eraan bij dat Nederland tegen de grenzen van de economische groei aanloopt. Inmiddels ondervindt een kwart van de ondernemers productiebelemmeringen door een tekort aan werknemers.

Een stuk minder groei
Volgens Swank draait onze economie komende jaren nog steeds op volle toeren, maar is de uitbundigheid er een beetje af. De centrale bank rekent voor dit jaar nog steeds op een toename van het Nederlandse bruto binnenlands product van 2,5 procent, maar de prognoses voor 2019 en 2020 zijn verlaagd naar elk 1,7 procent. In juni werd voor die jaren nog 2,2 en 1,9 procent groei voorspeld.
De afnemende groei in Nederland is voor een belangrijk deel te wijten aan de zwakkere groei van de wereldhandel.
Brexit
En er ligt nog een flink gevaar op de loer. Bij de berekeningen is DNB ervan uitgegaan dat er een ordelijke brexit komt. Als dat niet het geval is, kunnen de cijfers veel negatiever uitpakken. De wereldwijde handelsspanningen en andere financiële onrust vormen ook risico's die nog roet in het eten kunnen gooien.