De toekomst van de banaan is een beetje veiliger geworden. De vrucht lijdt ernstig onder schimmelziektes en het belangrijkste bananenras wordt met uitsterven bedreigd. Maar wetenschapper Gert Kema van de Wageningse universiteit heeft nu twee methodes gevonden om de toekomst van de banaan veilig te stellen.
In een kas van Wageningen University is vandaag de eerste tros bananen geoogst die niet op aarde gekweekt is. In plaats daarvan worden de bananen geteeld op steenwol en turf. Dat is nodig omdat de grond waarop bananenplanten groeien ernstig geïnfecteerd kan raken met schimmelziektes.
Banaan wordt bedreigd
De Cavendish-banaan is veruit de bekendste en meest geproduceerde banaan. Vrijwel elke banaan die in Europa wordt verkocht is een Cavendish.
Jarenlang was deze banaan dominant en onsterfelijk: hij kan goed tegen natuurrampen en slechte weersomstandigheden. Tot een schimmel de bananenplant ziek maakte. Omdat er maar een soort Cavendish-banaan is, blijft de plant - en de grond waar de plant in geteeld wordt - de schimmel vasthouden waardoor de Panamaziekte ontstaat (zie kader).
Panamaziekte verwoest bananenplantages
De banaan moet oppassen voor de Panamaziekte, een schimmelziekte die vanuit de grond bananenplanten binnendringt en ze vergiftigt. In de jaren vijftig werden bijna alle bananenplantages in Midden- en Zuid-Amerika verwoest door de schimmel. Telers stapten over op de Cavendish-banaan, die veel meer kon hebben. Maar juist omdat er weinig varianten op dat bananenras zijn, loopt deze nu ook gevaar.
En dat gevaar is groot, ziet ook Pascal Liu van de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties. "Het bewustzijn over hoe ernstig het probleem is, ontbreekt wereldwijd. En dat maakt het moeilijk verspreiding van deze ziekte tegen te gaan", zegt hij.
"De ziekte verspreidt zich op veel manieren, bijvoorbeeld door middel van besmette plantenmaterialen en bodemdeeltjes die vasthangen aan gereedschap, schoenen, kleren, dieren en voertuigen. Zo kunnen boeren preventieve maatregelen nemen om besmetting te voorkomen en spelen de plantagemedewerkers een belangrijke rol, omdat zij de ziekte mee kunnen dragen in hun laarzen of gereedschap", aldus Liu.
De uitvinding in Wageningen vindt hij dan ook een mooi begin. "Het is onderdeel van een grotere aanpak, maar het is zeker een mooie stap. En een voorbeeld dat samenwerken met het bedrijfsleven werkt."
World Banana Forum
De banaan staat in de top 4 van meest gegeten gewassen in de wereld. In vele landen rond de evenaar is het een populair onderdeel van de maaltijd, zoals in Nederland bijvoorbeeld de aardappel. Omdat het zo belangrijk is en de banaan behouden moet blijven is het WBF opgericht. Dat forum probeert nu door middel van samenwerking tussen grote bedrijven, bananenboeren en hun medewerkers, wetenschappers en overheden de Panamaziekte een halt toe te roepen.
'Giftige aarde weghalen'
Wetenschappers keken in eerste instantie naar het ontwikkelen van een nieuw, resistent ras dat tegen de ziekte kan. "Maar het gaat nog zeker tien jaar duren voor die er is, en daar willen we niet op wachten. Daarom zijn we gaan kijken naar de korte termijn", vertelt onderzoeker Kema. "Het leek logisch om de aarde waar het probleem in zit, weg te halen en te kijken of we de plant kunnen laten groeien op iets anders. Dat is nu gelukt."
Het is wel een kortetermijnoplossing, zegt Kema. "Het onderliggende probleem is genetische uniformiteit. We doen er wel alles aan om de ziekte te vertragen."
Op de lange termijn is het doel om minder monocultuur te krijgen binnen de bananenwereld. "Dus meer rassen met meer variatie. Hopelijk kan er dan ook grondroulatie plaatsvinden waardoor planten beter bestand zijn tegen verschillende ziektes", besluit Kema.
"Als de ziekte er eenmaal is ben je kansloos", zegt Kema. "De ziekte blijft zo'n veertig jaar in de grond zitten." Deze variant van de ziekte is opgerukt vanuit Zuidoost-Azië naar Australië, India, het Midden-Oosten en Afrika. In Latijns-Amerika is de ziekte nog niet aangetroffen.
Miljoenen mensen afhankelijk van bananen
Dat de ziekte in Latijns-Amerika nog niet de kop heeft opgestoken is maar goed ook, zegt Peter Bolijn, marketingmanager van Chiquita. "De bananen die we in Europa eten komen vooral uit Midden-Amerika. Wij hebben daar dus nog weinig last van, maar we zijn wel bang dat de ziekte naar Midden-Amerika komt. Als de ziekte daar komt heb je echt een gevaarlijke situatie: dan is het voelbaar over de hele wereld", zegt Bolijn.
"Met deze nieuwe techniek kunnen we ook onderzoeken hoe je verschillende rassen kan ontwikkelen", zegt Bolijn. "Dat is belangrijk, want je moet je realiseren dat de banaan in de top-5 van belangrijkste voedingsgewassen staat wereldwijd." Die top-5 wordt onder meer met rijst en tarwe gedeeld.
"Van de wereldwijde productie is maar vijftien procent voor export bedoeld", vult onderzoeker Kema aan. "Miljoenen mensen zijn afhankelijk van bananen. In Nederland eten we er gemiddeld zo'n vijftig per persoon per jaar, maar in delen van Afrika gaat het om 350 kilo banaan per persoon per jaar. Als die beschikbaarheid afneemt is het een hele serieuze bedreiging."