Sinds vandaag moeten overheid en bedrijfsleven zich houden aan strengere regels over het bewaren van data van burgers. En uitgerekend op dat moment is de instantie die controleert of iedereen zich eraan houdt, de Autoriteit Persoonsgegevens, onderbezet en ook nog eens intern verdeeld.
Tot overmaat van ramp vertrokken in de afgelopen jaren belangrijke managers bij de onafhankelijke instantie, meldt Het Financieele Dagblad. De krant sprak met advocaten en andere privacy-experts, die een onthutsend beeld schetsen van de situatie.
Volgens Nico van Eijk, hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, heeft de AP onvoldoende autoriteit. Het vertrek van ervaren krachten is niet goed opgevangen, zegt hij tegen de krant.
Niet voldoende mankracht
De AP gaf onlangs zelf al toe dat het niet voldoende mensen heeft om privacywet AVG goed te kunnen handhaven. Om klaar te zijn voor de invoering kreeg de toezichthouder budget om extra mensen aannemen, maar de huidige 133 fte zijn volgens de AP niet genoeg. Op termijn zijn er volgens AP 222 mensen nodig.
Dat er zo veel ervaren krachten zijn vertrokken wijt de toezichthouder deels aan het feit dat deze mensen zeer gewild zijn op de arbeidsmarkt. De markt voor privacy-experts is krap 'en onze mensen zijn gewild', aldus de AP.
Aleid Wolfsen
Maar bronnen van krant zeggen dat het ook veel te maken heeft met de manier van leidinggeven van bestuursvoorzitter Aleid Wolfsen, die sinds 2016 de scepter zwaait bij de instantie. Hij zou regelmatig botsen met de vice-voorzitter en inhoudelijk niet al te sterk zijn.
De Autoriteit Persoonsgegevens mag bedrijven of overheidsinstellingen boetes opleggen van maximaal 20 miljoen euro of 4 procent van de wereldwijde jaaromzet. Uit een rondgang van RTL Z blijkt dat nog lang niet alle bedrijven en overheidsinstellingen de AVG-wetgeving hebben geïmplementeerd. Zo is onder meer de Belastingdienst nog niet klaar.
