Vandaag precies 40 jaar geleden begon de optiebeurs in Amsterdam. Het was de eerste optiebeurs in Europa. Aanvankelijk was er nog weinig handel: "We zaten te kaarten in de kantine en als er een order was moest iemand ons daar ophalen." Maar na een paar jaar ging het lopen en hard ook.
Toen in 1978 de optiebeurs begon, was dat op een moment dat de aandelenhandel al een tijdje in het slop zat.
Een optie is een recht om een aandeel tegen een van tevoren overeengekomen prijs te mogen kopen en de optiehandel moest helpen om de aandelenbeurs een stimulans te geven.
Londen afgetroefd
Net als dat Nederland het eerste land was met aandelen (de VOC) en een aandelenbeurs, liepen we ook voorop met de handel in opties. Maar het had niet veel gescheeld of de Britten waren ons te snel af geweest. Ook in Londen waren ze namelijk bezig met een optiebeurs.
Maar de grote man achter het ontstaan van de Amsterdamse optiebeurs, Tjerk Westerterp, was er op gebrand als eerste in Europa te zijn. "Toen we opengingen was de vloer nog stoffig", herinnert André Van Eerden van Aberfeld Vermogensbeheer zich. Hij was er vanaf het allereerste begin bij en hij werkte jarenlang op de optiebeurs.
Tjerk Westerterp (rechts) en Wim Duisenberg (minister van financiën van 1973 tot 1977 en president-directeur van De Nederlandsche Bank van 1982 tot 1997, links) in 1980 bij de introductie van zilveropties op de optiebeurs. Beeld: ANP
Chicago
Het idee van een optiebeurs kwam uit de VS, uit Chicago om precies te zijn. Daar was al sinds 1973 een beurs waar je in opties kunt handelen.
Toen in 1978 in Amsterdam een optiebeurs opende, kregen optiehandelaren training van beurshandelaren uit Chicago.
Stil
Op de openingsdag was de beurs afgeladen vol, maar de dag erna was het leeg, herinnert Sem van Berkel, optieman van het eerste uur, zich nog goed. Maar de effectenbeurs bleef de optiebeurs steunen en uit arren moede trok de optiebeurs het land in om uitleg te geven aan beleggers over wat opties nu eigenlijk zijn en hoe het werkt, aldus Van Berkel.
En Westerterp was onvermoeibaar in het onder de aandacht brengen van opties, zoals een feestje toen er voor het eerst meer dan duizend opties op een dag werden verhandeld. Nu is dat helemaal niets, maar destijds was het een mijlpaal.
Om de bekendheid te vergroten sponsorde de optiebeurs op een gegeven moment voetbalclub Roda JC uit Kerkrade en zelfs renpaarden.
Call- en putopties, opties schrijven
Bij een optie betaal je een bedrag (de optiepremie) en daarmee krijg je het recht om op een later tijdstip een aandeel, index of een valuta tegen een nu vastgestelde prijs (de uitoefenkoers) te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie).
Daarmee kun je tegen een relatief gering bedrag speculeren of een koersstijging of koersdaling. De koers van een optie stijgt immers relatief meer dan die van de onderliggende waarde.
Je kunt ook opties schrijven (verkopen). Daarmee sta je aan de andere kant van de transactie. Je ontvangt geld en daarvoor heb je de verplichting om als de tegenpartij dat wil aandelen tegen een van tevoren vastgestelde prijs te verkopen (geschreven call) of te kopen (geschreven put).
Met opties kun je extra geld verdienen op aandelen die je bezit. Stel dat je denkt dat de koers van een bepaald aandeel niet veel zal stijgen, dan schrijf je callopties. Je ontvangt de optiepremie en als de koers inderdaad niet veel stijgt, dan zal de tegenpartij niet zijn recht uitoefenen om de aandelen te kopen en jij hebt dus geen verplichting om je te leveren. Maar je hebt wél de optiepremie ontvangen.
Let wel op. Als je opties schrijft, terwijl je de aandelen níet bezit, dan kun je flink verliezen. Stel je schrijft een calloptie en de koers van het onderliggende aandeel stijgt in tegenstelling tot wat je verwacht wél flink. Wanneer de beurskoers hoger ligt dan de uitoefenkoers, dan zal de tegenpartij immers zijn recht uitoefenen om de stukken te kopen. Jij loopt dan tegen een verlies op. Want je hebt dan weliswaar de optiepremie geïncasseerd, maar de aandelen die jij móet verkopen tegen de eerder vastgestelde prijs, zul je dan wel eerst zelf moeten kopen, tegen een hogere prijs dan de uitoefenprijs.
Er zijn talloze optiestrategiën, die soms behoorlijk ingewikkeld kunnen zijn. Bereid je dus goed voor als je geld wilt steken in opties.
EOE-index
Vanaf 1983 ging het beter met de optiebeurs. Dat kwam doordat de economie aantrok en daarmee de aandelenkoersen. Nederlanders kregen meer belangstelling voor beleggen.
Ook de introductie van een index op de aandelenbeurs hielp. De EOE-index moest de handel in opties te stimuleren. Inmiddels heet die index de AEX-index.
De naam EOE-index komt van European Options Exchange, want dat was de officiële naam van de optiebeurs in Amsterdam. De bedoeling was dat er ook gehandeld kon worden in opties op aandelen uit andere Europese landen. Maar later kregen andere landen in Europa een eigen optiebeurs.
Eerst alleen callopties
Aanvankelijk kon je alleen in callopties handelen. Later kwamen daar putopties bij en je kreeg op opties op de hele index. Ook kwamen er opties op onder meer goud en de dollar. Vorig jaar ging het bij bijna de helft van alle optietransacties om opties op de AEX.
Inmiddels bestaat de optiebeurs niet meer uit door elkaar schreeuwende handelaren, maar is alles schermenhandel geworden, net als de gewone aandelenbeurs. En de optiebeurs ging samen met de aandelenbeurs, die uiteindelijk Euronext werd.
Wil je nog meer weten over de beurs? Kijk dan naar Beurs Inside, elke maandag live te zien om 20.00 uur - of later terugkijken.