Steden moeten maatregelen nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. De meest voor de hand liggende is het instellen van een milieuzone, wat impopulair zou zijn onder automobilisten. Maar inwoners van grote steden blijken een stuk minder negatief over maatregelen.
Stedelijk beleid is een belangrijke factor in de plannen van het kabinet om voor schonere lucht te zorgen. Het kabinet moet aan de slag om de luchtkwaliteit te verbeteren, omdat Nederland Europese normen voor de luchtkwaliteit niet haalt. Wat die plannen precies zijn, wordt op z'n vroegst pas na de zomer duidelijk.
Ondanks veel protest, bijvoorbeeld rond het weren van oude diesels uit de Utrechtse binnenstad, lijken stadsbewoners dus positief over maatregelen die eventueel genomen kunnen worden.
Bijna driekwart vóór milieuzone
De meest omstreden maatregel, het verbieden van vervuilende auto's uit binnensteden, kan op goedkeuring rekenen van 72 procent van de inwoners van de 20 grootste steden van ons land, blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Milieudefensie. In totaal ondervroeg het bureau zo'n 3000 stedelingen.
Andere opties zoals alleen nog maar bestemmingsverkeer in woonwijken en een autoverbod rond scholen kan ook op steun rekenen.
Minder populair: parkeerprijzen omhoog
De populairste maatregel om de luchtkwaliteit te verbeteren is er overigens een die niet ten koste gaat van automobilisten: van alle ondervraagden is 85 procent voorstander van openbaar vervoer dat geen schadelijke stoffen meer uitstoot.
Minder populaire maatregelen zijn die om autogebruik te ontmoedigen via het verminderen van parkeerplaatsen of het verhogen van de parkeerprijzen. Het stimuleren van het gebruik van deelauto’s daarentegen is wel een goede optie, meer dan de helft van de ondervraagden is voorstander.