Meer dan de helft van de medewerkers van de Belastingdienst die weggaan met een riante vertrekregeling, doet dat net voor zijn pensioen. Dat roept de vraag op: had de Belastingdienst uberhaupt wel een vertrekregeling in moeten voeren, terwijl zij via natuurlijk verloop toch wel zouden vertrekken?
Ruim 5000 mensen moeten vertrekken bij de Belastingdienst, tussen nu en 2020. Om vrijwillig vertrek aan te moedigen, werd hen een vertrekregeling aangeboden. Dat lukte: in een paar maanden tijd meldden 5000 mensen zich aan, en moest de regeling door zijn eigen succes worden stopgezet.
Gisteren werd al duidelijk dat ze daarbij gemiddeld 70.000 euro mee naar huis krijgen. Dat levert de Belastingdienst een overschrijding van het budget op van maar liefst 70 miljoen euro.
Natuurlijk verloop
Dat was misschien wel helemaal niet nodig geweest. Uit antwoorden op Kamervragen die CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt gisteren stelde, is op te maken dat meer dan de helft van de medewerkers die weggaan, bij hun vertrek 64 jaar of ouder zijn.
Er waren twee varianten in de vertrekregeling: direct vertrekken of nog maximaal drie jaar werken en dan vertrekken. Van beide opties is massaal gebruik gemaakt door 60-plussers. Sterker nog: 2872 mensen zullen tot 2020 vertrekken terwijl ze 64 jaar of ouder zijn, terwijl zij met natuurlijk verloop ook uitgestroomd waren in de komende vijf jaar.
Een pijnlijke constatering voor staatssecretaris Wiebes, die vandaag aan de tand wordt gevoeld in de Kamer. Volg het debat hier live.
