Toch maar in de koude grond begraven worden
Midden in de zomervakantie krijg ik te horen dat mijn oma is overleden. Mukaddes Candan stierf in Rotterdam, de stad waar mijn opa zich settelde.
Mijn oma wordt in haar geboortedorp Serefli Kochisar bij het Tuz Golu-zoutmeer in Turkije begraven. Daar waar ieder jaar zo’n 25.000 flamingo’s op de witte zoutvlaktes neerstrijken en het gebied omtoveren in een prachtig stilleven.
Mijn oma is de dochter van Nimet. Het gezicht van mijn overgrootmoeder zag er 'Slavisch' uit. Nimet trouwde in haar leven met drie mannen, en in elk van die huwelijken werden er kinderen geboren. Al die kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn verenigd in de Nimet-WhatsAppgroep waar ik ook deelnemer van ben. Met een foto van mijn overgrootmoeder in traditionele kleding als de profielfoto, als madre de familia.
Mijn nichten uit Rotterdam en ik komen uit verschillende delen van Turkije naar Ankara gevlogen. We landen op hetzelfde vliegveld waar vanuit Nederland de kist met het lichaam van mijn oma is aangekomen. Mijn oma wordt in een speciaal busje naar haar huis in Turkije gereden. Onderweg passeren we de zoutvlakten waar ik als kind elke zomer kwam, maar als volwassene allang niet meer.
"Het is bloedheet, de hoofddoek die ik als teken van respect draag in de moskee hangt drijfnat om mijn hoofd."
Mijn oma had zes kinderen, onder wie nu alle bezittingen verdeeld moeten gaan worden. Nederlanders regelen zoiets meestal ruim van tevoren. Mijn vriendinnen kregen zelfs jaarlijks alvast een bijdrage van de erfenis van hun ouders. Bij de Turken zoek je het maar uit na iemands overlijden. Het is dan ook niet voor niets dat veel Turkse families gebrouilleerd zijn na het overlijden van een ouder. Dat een van de kinderen bijvoorbeeld zegt: "Ik hoor meer te krijgen, want ik heb meer voor papa of mama gezorgd." Of dat het ouderlijk huis op naam staat van maar een van de kinderen, omdat de ouder dacht dat die het na zijn of haar dood wel eerlijk onder de rest zou verdelen…
We verzamelen ons in het appartement van mijn oma en gaan dan naar de moskee, dezelfde waar we zeven jaar eerder ook waren voor mijn opa. Mijn mannelijke familieleden tillen mijn oma’s kist uit het busje en dragen haar naar het plein voor de moskee. Het is bloedheet, de hoofddoek die ik als teken van respect draag in de moskee hangt drijfnat om mijn hoofd.
"Voor onszelf weten we het wel: begraaf ons in Nederland. Hoe leuk Turkije ook is, het is voor ons een vakantieland."
Dan gaan we naar de begraafplaats, waar de imam al op ons staat te wachten, met een opengeklapte paraplu tegen de zon in zijn handen. We zien hoe oma’s lichaam, gehuld in een witte doek, in het gat in de grond wordt gelegd. Naast haar man, mijn opa. De dood heeft iets lugubers. En het wrange is: je weet dat we dit uiteindelijk allemaal zelf zullen meemaken.
Waar zullen onze ouders straks begraven worden? De jongere generatie zal echt de graven van hun grootouders niet opzoeken in het geboorteland, dat is te ver weg. Is begraven in Rotterdam misschien een optie? Voor onszelf weten we het wel: begraaf ons in Nederland. Hoe leuk Turkije ook is, het is voor ons een vakantieland. Mijn Turks-Zweedse vriendin is sowieso verbaasd dat Nederlandse Turken in Turkije worden begraven. Ik geloof ook dat steeds meer biculturele Nederlanders in Nederland begraven willen worden. Maar het is wel zo: de grond is zo koud in Nederland.