Ga naar de inhoud
Lisanne van Sadelhoff

Mensen zijn dus in staat elkaar dood te steken

Als je eenmaal een gewond vogeltje hebt gezien kun je het niet meer niet zien (doorlopen gaat toch aan je geweten knagen). Dus voor ik het wist zat ik op mijn knieën op een hondenpoepveldje, in de hoop dat ik die knieën op een relatief kakvrije plek plantte en het vogeltje zich liet lokken door mijn hysterische gekir (niet dus, eksters zijn echt te intelligent om zich te laten lokken door hysterisch gekir dat in geen velden of wegen op het gekraai van hun moeder lijkt). 

Het was een baby, vliegen lukte hem niet, lopen deed hij op één poot. De donshaartjes op zijn kop vormden een verwarde kuif, zijn oogjes leken kraaltjes in de zon. Hij keek verschrikt. Snap ik. Ineens een mens voor je, met armen en benen en onduidelijke intenties. Eng, mensen zijn eng. 

Mensen zijn in staat om elkaar dood te steken

Mensen zijn, vertelde het nieuws me de afgelopen dagen, in staat om elkaar dood te steken op een festival – zonnetje, biertje, muziekje, dansje, ik dood je. 

Mensen zijn in staat Oekraïense steden te bombarderen, mensen op klaarlichte dag uit hun huizen te jagen, ga de schuilkelder maar in, en aanschouw hoe je stad in puin ligt als je er weer uit kruipt. 

Mensen zijn in staat hun soortgenoten in een auto te sleuren en daarmee van hun vrijheid te beroven – we flikkeren je daarna weer op straat, waar je zonder schoenen en in een verwarde staat in Beverwijk wordt teruggevonden. 

Mensen zijn in staat messen in iemands lijf te steken in een trein bij Ede-Wageningen – we krijgen ruzie en willen bloed zien. 

Deden we hier wel goed aan?

Mijn buurman en ik, we gooiden een deken over het vogeltje, de buurman ving hem – dat gefladder, ik vond het maar niets, waar moest ik mijn handen laten met al die tere veren? Ik doopte hem om tot Coco. Coco krijste, zijn moeder krijste terug, ekstertaal, ik verstond er niets van maar begreep het des te beter. "Sorry sorry", fluisterde ik, zweet op het voorhoofd, ik haalde een baby van zijn moeder weg, deden we hier wel goed aan? 

En, tegelijkertijd: mens, maak je niet zo druk om een fucking ekster. De wereld staat in de hens, zoals gewoonlijk, zoals altijd, oud nieuws, geen nieuws. Wat kan de wereld die ekster nou schelen?

Ze wiebelde zijn verkrampte teentjes uit elkaar

"Och, donsje toch", zei de vrouw bij de vogelopvang. Het was een vrije pinkstermaandag, zonnig bovendien, de vrouw had ook op het terras kunnen zitten maar in plaats daarvan had ze haar blauwe schort aangetrokken en haar rubberen handschoenen, en daarmee pakte ze Coco kordaat doch voorzichtig op. "Och och klein paniekvogeltje", zei zij, Coco kraaide. 

"Laat me dat pootje eens zien." Ze wiebelde zijn verkrampte teentjes uit elkaar, ik had nog nooit van zó dichtbij vogelnageltjes gezien, dun, piepklein, haarscherp, ze klauwden om de vinger van de vrijwilliger heen, als een trouwring, ik heb je, ik hou je. "Ah, je kan nog wel kracht zetten, donsje."

Ik keek naar de nageltjes, en naar de vinger van de vrouw, en toen naar de vrouw zelf, "och donsje", ze bleef het zeggen, "kom maar bij ons, je hebt pijn, bent verzwakt, maar wij gaan je helpen." Coco keek met zijn kraaloogjes naar haar, en ik suste, "zie je, het komt goed, Coco", en dacht: er zijn nog steeds mensen die uitblinken in hun zachtheid.  

Lisanne van Sadelhoff schrijft elke woensdag een column voor RTL Nieuws, waar ze werkt sinds 2012. Ze schrijft ook voor onder meer NRC en de Volkskrant. In 2020 verscheen van haar hand Je bent jong en je rouwt wat. Ze werkt aan een nieuw boek, We zullen doorgaan