Ik benijd ze niet, onze prinsessen
Laatst reed ik in Hilversum de Alexia-tunnel in. Wat een waanzin, dacht ik toen. Dat er tunnels en straten en pleinen en wegen naar je worden vernoemd. En dan ben je een tiener.
Ik ben nooit vies van een vleugje door melancholie gedreven jaloezie, en benijd jonge mensen altijd dat ze nog zo belachelijk veel te kiezen hebben. Dat ze in hun hypotheek- en werkloze bestaan en in alle rust kunnen uitpluizen waar ze willen gaan wonen, waar ze willen studeren en wat, welke liefdes ze gaan zoenen en welke ze zullen dumpen, waar ze naartoe gaan op reis – en hoe lang dan, Nieuw-Zeeland of Frankrijk, stage of weg met de camper.
Een soort halve tabula rasa zijn ze nog, een onbeschreven blad, aan de vooravond van hun studentenbestaan.
En iedereen kan naar je kijken, en iedereen dóét dat ook.
Maar er zijn ten minste drie tieners die ik niet benijd: onze prinsessen. Ja: gouden lepel, dat zeker, ja, alle financiële middelen, méér dan genoeg, en ja, opgegroeid in een warm nest inclusief wintersportvakanties (zo veel kinderen kunnen niet op wintersport), inclusief labrador (zo veel gezinnen hebben geen geld voor eigen eten, laat staan voor hondenvoer). Ze hebben liefdevolle ouders die altijd achter hen staan en Beatrix lijkt me oprecht een gewéldig leuke oma. Dus nee, ze hebben het goed, die meiden, en ze doen het ook goed, vind ik, maar dat alles vindt wel plaats in die spreekwoordelijke gouden kooi.
En in die kooi kan iedereen naar je kijken – en iedereen dóét dat ook. En onder die gluurders zitten ook de toetsenbordhelden die meer lelijks spuien dan goed is voor een tiener, scheldwoorden waar zelfs een zelfverzekerde volwassene van zou gaan wankelen. En in diezelfde kooi, hè, zo gezellig, zitten ook de Yvonne Coldeweijers onder ons, aasgieren die ongegeneerd privéfoto's van Amalia plaatsen terwijl die een Aperol Spritz in haar hand heeft.
'Ons Amaal', onze prinsessen, collectief bezit.
Coldeweijer kreeg een brief van de Rijksvoorlichtingdienst (RVD), niet meer doen, en ze schreef op haar account: 'Ik heb geantwoord dat ik dat niet kan beloven. Ons Amaal is namelijk echt een mood.'
Ons Amaal. Onze prinsessen. Collectief bezit.
Verslaggever Sander Paulus vroeg het laatst aan Ariane, wat haar plan was. "Momenteel zit ik in de vierde", zei ze, "ik focus me op het nu." En daarna, net zo stellig: "Ik ga niet mijn zus achterna."
Deze week werd daar meer over duidelijk: ze maakt haar middelbareschooltijd af in Italië. Ariane kleurt een klein stukje van haar tabula rasa in. Ik voelde geen jaloezie. Media buitelden over elkaar heen (Zo ziet de school eruit! Deze vakken gaat ze volgen!!! Zo duur was de opleiding!!!!!! Ze krijgt geen voorkeursbehandeling!!!!!!!!!!!) en ik denk alleen maar: goed zo, ga maar, doe maar. Ver weg van hier, naar een plek waar geen weg, geen tunnel, geen plein, geen straat naar je vernoemd is. Een plek waar je, hopelijk, soms niemand kan zijn.