Geen Suikerfeest zonder opa en oma
Het is vandaag Eid al-Fitr, het ramadanfeest – Turken noemen het Şeker Bayrami, Suikerfeest. En daarbij hoort zeker een bezoekje aan mijn oma van vaders kant in Rotterdam. Mijn grootouders van mijn moeders kant zijn tot mijn grote verdriet jaren geleden al overleden. Ik wist nooit dat je zo veel van je grootouders kon houden en dat hun dood zo'n leegte zou achterlaten. Het eerste wat ik altijd deed op de ochtend van het Suikerfeest, was bellen naar mijn opa en oma in Ankara. "Bayramin kutlu olsun dede, bayram kutlu olsun anneanne", zei ik dan, "Fijn Suikerfeest opa, fijn Suikerfeest oma."
De ouders van mijn vader komen uit hetzelfde dorpje als mijn andere grootouders, Şereflikoçhisar. Het ligt aan een zoutmeer waar de flamingo's neerstrijken om te overwinteren, zodat ze in het voorjaar terug kunnen naar elders – een beetje zoals destijds ook de bedoeling was van de gastarbeiders.
Voor de vrouwen van gastarbeiders hebben we nooit aandacht gehad.
Maar opa Candan bleef in Nederland wonen, mijn oma kwam later met de kinderen na. Mijn opa is na zijn dood wel in zijn geboortedorp begraven, in het zoute landschap dat lijkt op sneeuw. Uit mijn kindertijd herinner ik me onze zomervakanties daar en alle markante figuren uit het dorp, zoals de vrouw met de draaiende ogen en knalrode vlechten, voor wie ik altijd naar binnen vluchtte als ik haar zag komen aanlopen.
Voor de mannen die destijds als gastarbeider naar Nederland kwamen, hebben we altijd veel aandacht gehad. Voor hun vrouwen niet. Een tijd geleden heb ik mijn oma eens geïnterviewd over hoe het was voor haar om alleen achter te blijven in Turkije met zes kinderen, terwijl mijn opa in Nederland aan het werk was. Hij stuurde wel geld naar haar, maar 'zoveel verdiende hij niet'. Ik vroeg haar nogmaals of ze het niet moeilijk vond, in haar eentje met zoveel kinderen. "Ja hoor", antwoordde ze, terwijl ze weer over wat anders verder praatte. Typisch een trekje dat ik van haar heb: niet blijven stilstaan bij moeilijke tijden, maar gewoon doorgaan.
Snoepen is niet waar het om draait bij dit feest.
Hoe waren de Nederlanders voor jou, vroeg ik. Die waren lief, vertelde ze me. Ze woonden in Krimpen aan den IJssel en mijn oma vertelde over hoe ze Turkse slofjes had meegenomen voor de Nederlandse buren, met allemaal van die tierelantijnen eraan. Ze voelde zich thuis in Krimpen omdat ze daar was omringd met koeien en konijnen. Dit deed haar denken aan haar geboortedorp. Ik herinner me dat ik met haar meeging om melk te halen bij de boer, zodat ze daar yoghurt van kon maken. Later verhuisden we naar de Vliegerstraat in Rotterdam-West. Daar woonden we weer met z'n allen samen in hetzelfde pand.
Dit weekend ga ik met mijn kinderen op bezoek bij mijn oma, hun overgrootmoeder. En dan ga ik ook langs bij andere familieleden. Mijn tante Sevgi maakt altijd de lekkerste zoetigheden met Bayram. Turken doen nog niet aan glutenvrij en verantwoord snoepen. Maar dat is niet waar het om draait bij dit feest. Het gaat erom dat je dichter tot je familie komt. Mijn grote angst is dat dit weleens mijn oma's laatste Suikerfeest kan zijn. Wat gebeurt er als er die laatste emigratielijn straks wegvalt? Dan heeft het feest voor mij nooit meer dezelfde betekenis. Oma's en opa's horen bij het Suikerfeest.