Omtzigt heeft niets meer te zoeken bij het CDA
Als het allemaal waar is wat Pieter Omtzigt schrijft, dan raken een hoop CDA'ers beschadigd. Partijleider Wopke Hoekstra (schrapte zonder overleg de verhoging van het minimumloon uit het verkiezingsprogramma), vicepremier Hugo de Jonge (aan alle kanten voorgetrokken bij de verkiezing van een lijsttrekker), oud-partijvoorzitter Rutger Ploum (beloofde Omtzigt het lijsttrekkerschap als Hugo de Jonge zou wegvallen), zo'n beetje alle CDA-bewindslieden (vonden dat Omtzigt te fanatiek oppositie voerde tegen het kabinet) en nog eens tientallen andere partijgenoten die Omtzigt volgens het geplaagde Kamerlid voor de voeten liepen.
Pieter Omtzigt beweert veel in zijn 76 pagina’s tellende brief aan de CDA-commissie die onderzoek doet naar de gebeurtenissen rond de verkiezing van een lijsttrekker, de gevoerde campagne en de voor het CDA desastreuze verkiezingsuitslag. Maar slechts een beperkt aantal beweringen wordt gestaafd met feiten, zoals de scheldkanonnades richting Omtzigt in apps en mails. Bij de rest gaat het vooral om de gevoelens en de persoonlijke beleving van Omtzigt zelf. Uitingen van frustraties zijn er in overvloed; bewijzen vaak niet, want die zijn volgens de auteur door het bestuur weggemoffeld.
"De nummer 2 van het CDA voelt zich miskend, wat je vaker ziet bij politici op plek 2 met een hoop voorkeurstemmen."
Als het allemaal waar is, dan verdoezelt partijvoorzitter Marnix van Rij de werkelijkheid over de sponsors die een miljoen euro bijeenbrachten om invloed op het verkiezingsprogramma te hebben, zoals Omtzigt beweert. Als het allemaal waar is, staat oud-spindoctor Jack de Vries te liegen met zijn stellige ontkenning dat kandidaat-Kamerleden is gevraagd of ze voor Hugo of voor Pieter waren en dat hun antwoord bepalend was voor de plaats op de kieslijst, zoals Omtzigt ook beweert.
De nummer 2 van het CDA voelt zich miskend, wat je vaker ziet bij politici op plek 2 met een hoop voorkeurstemmen. Mona Keijzer kon zich vorige keer nog inhouden, ging niet lopen zeuren en accepteerde vrouwmoedig een plekje als staatssecretaris in het kabinet. Waarschijnlijk knarsetandend, maar dat liet ze dan niet merken. Rita Verdonk was bij de VVD niet zo groot, bleef jammeren dat zij eigenlijk fractievoorzitter had moeten zijn gezien het grote aantal Kamerzetels dat ze had binnengesleept, maar verdween uiteindelijk in de vergetelheid. Dat kan Pieter Omtzigt ook zomaar overkomen. Niemand is groter dan de partij – ook Omtzigt niet.
"Wie de brief van het gekwetste Kamerlid nauwkeurig bestudeert, kan niet anders vaststellen dan dat Omtzigt niets meer heeft te zoeken bij het CDA."
Omtzigt is een vooraanstaand politicus die zijn sporen in de loop der jaren heeft verdiend, maar daar lang niet altijd de waardering voor kreeg, zeker niet in zijn eigen partij. Eigenzinnigheid en solistisch optreden zullen daar debet aan zijn. Het Enschedese Kamerlid heeft naam gemaakt met zijn verbeten vasthoudendheid in de toeslagenaffaire, met zijn onderzoek namens de Raad voor Europa naar de moord op een Maltezer journalist, naar een omkoping- en corruptieschandaal in de Europese Assemblee en naar het functioneren van de rechtstaat in Polen. Knappe prestaties, zeker, maar waarom moet je dat allemaal ongevraagd melden aan een partijcommissie die de verkiezingen onderzoekt? Dan ben je toch meer met jezelf bezig dan met je partij?
Wie de brief van het gekwetste Kamerlid nauwkeurig bestudeert, kan niet anders vaststellen dan dat Omtzigt niets meer heeft te zoeken bij het CDA. Hij maakt ruzie met zo'n beetje iedereen. Bestuursleden, bewindslieden en fractiegenoten hebben hem in de steek gelaten, zo ervaart hij. Omtzigt jammert vanwege een door hem geconstateerd gebrek aan erkenning; hij snakt naar waardering. Maar wie zo tekeergaat tegen zijn partij, tegen zijn collega’s, krijgt het lid op de neus. Die solliciteert niet naar een vooraanstaande plek in de fractie of in het kabinet, maar naar de uitgang. Positie Omtzigt, functie elders zou zomaar nog eens werkelijkheid kunnen worden.