Ga naar de inhoud
Pieter Klein

Een fundamenteel verschil van inzicht

Het markeerde een belangrijk moment, vorige week donderdag. De Tweede Kamer loste een waarschuwingssalvo af richting kabinet, met als inzet: toegang krijgen tot informatie en documenten als een individueel Kamerlid of de Kamer daarom vraagt. Om die kerntaak naar behoren uit te kunnen oefenen: het controleren van de regering. Het is van de zotte dat het parlement de barricaden op moet om dit democratisch recht op te eisen, maar het kabinet laat de Kamer geen keus.

Kern van de zaak is die inlichtingenplicht, waar het kabinet ernstig aan morrelt. Artikel 68 van de Grondwet. Ik schreef er vorige week over, onder het motto 'Een belediging van het parlement – van ons allemaal'. Minister Knops (Binnenlandse Zaken) creëerde heel veel mist en ruis om te verhullen dat het kabinet de deuren van de macht had gesloten. Stukken voor 'intern beraad' worden niet gedeeld met de Kamer. Dat was 'staand beleid'.

"Wat moet een Kamerlid doen als hij de waarheid boven tafel wil en als dat niet lukt?"

De Kamer zag hier – terecht – een verhulde koerswijziging in, een breuk met wat was afgesproken bij de grondwetsherzieningen in 1983 en 1987. En een breuk met een eerdere kabinetsnotitie uit 2002, die al die jaren leidend was. Het was de vaste Kamercommissie voor Financiën – met veel ervaren Kamerleden – die onraad rook en doorvroeg. Wat moet een Kamerlid doen als hij de waarheid boven tafel wil en als dat niet lukt? Een miljoenen verslindende parlementaire enquête vragen? Of de 'nucleaire' optie – het wegsturen van een bewindspersoon of kabinet?

Schoorvoetend biechtte Knops op dat er 'verschil van inzicht' is. Inderdaad – een fundamenteel verschil van inzicht. Knops was met een boodschap van het kabinet op pad gestuurd: luiken dicht, klein houden dat parlement. Suggereer maar dat ze de Grondwet zelf moeten veranderen als ze per se wel recht willen hebben op documenten. Doe maar een beetje gewichtig, als 'hoeder van de Grondwet'. Koop tijd – houd ze een worst voor: er komt straks een advies van de Raad van State. Rustig aan, alles weloverwogen – misschien waait het over, is straks de hitte eraf en is de Kamer het straks weer vergeten.

"Ik zag het ongemak en het chagrijn toenemen bij minister Knops in vak K."

Tussendoor probeerde de minister de boel te sussen en te paaien. Ja, een politieke cultuur van openheid is echt heel belangrijk. Ja, er moeten lessen worden geleerd uit de keren dat het 'minder goed' ging – zoals in de toeslagenaffaire. Op basis van artikel 68 van de Grondwet doet het kabinet al z'n stinkende best om u altijd zo goed mogelijk te informeren – ruimhartig, tijdig, adequaat. Echt, u krijgt als parlementariër meer informatie dan een willekeurige burger of journalist op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Heus. En soms kunt u misschien wel een document krijgen. Mogelijk…

Toen gebeurde iets wat ik hoopte, maar niet had verwacht. De Kamer pakte diezelfde dag door met een aantal moties, direct, in een vervolgdebat. In één van die moties werd gevraagd om te 'bevestigen' dat ieder individueel Kamerlid recht heeft op informatie – en onderliggende documenten. Een motie van coalitie- en oppositiepartijen. Ik zag het ongemak en het chagrijn toenemen bij minister Knops in vak K. Hij moest de motie 'ontraden', zei hij.

"Ik stel me zo voor dat premier Mark Rutte in razernij elders z'n mobieltje stampvoetend verpulverde."

Ik nam waar dat de spanning achter de schermen opliep en rekende op aanhouding van de motie – uitstel van de krachtmeting dus. Niet dus. De motie werd in stemming gebracht en de uitslag had een Noord-Koreaanse allure, maar dan een van massief verzet. Met algemene stemmen aanvaard. Kamer (150) versus kabinet (0). Het verhaal gaat dat de minister-president een drijvende kracht is achter het sluiten van de luiken. Ik stel me zo voor dat premier Mark Rutte in razernij elders z'n mobieltje stampvoetend verpulverde.

"En nu?", vroeg iemand me in de dagen erna. "Voeren ze die motie uit? En wordt het kabinet naar huis gestuurd?" Ik legde hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans dezelfde vraag voor, omdat ik vermoed dat het kabinet geen duimbreed wil wijken. "Die indruk heb ik ook niet, integendeel. Men zal willen vasthouden aan wat men 'staand beleid' noemt." Precies dat beleid, dat Voermans eerder betitelde als 'ongrondwettelijk'.

"De politiek-bestuurlijke elite wordt gedreven door de notie van besturen, van 'managen', van problemen oplossen."

Voermans maakte een interessante analyse. De politiek-bestuurlijke elite wordt gedreven door de notie van besturen, van 'managen', van problemen oplossen. Daarvoor zijn ze ingehuurd. In die optiek is het in het landsbelang en in het algemeen belang om vooruit te kijken. En hindert dat doorvragen over incidenten en affaires het hogere doel van het besturen zelf: "Het wordt gezien als stok in het wiel." Terwijl die belangen van besturen en verantwoording – omwille van de kwaliteit van het bestuur – elkaar in balans moeten houden. Da's de kern van ons democratisch bestel.

Een probleem van dit sluimerend conflict is dat het fundamenteel is, maar technisch. Daarom haalt het de voorpagina's niet. Voor een groter publiek wordt het pas tastbaar in een concreet schandaal of een affaire. Dan zie je het. Journalisten ervaren het regenteske karakter van de macht al jaren, als zij de oester willen openen. Voor oppositiepartijen is het lastig erdoorheen te breken. Politici van coalitiepartijen hebben – vaak – wel iets anders aan hun hoofd: ze willen doorregeren. Moeten inhoudelijke deals sluiten. En worden gehinderd door fractiediscipline en coalitiedwang.

"Ik struikelde over deze zin, die ook in de toelichting stond, namelijk: de Raad van State 'is wel breed nagegaan of er ook behoefte aan is'. Curieus."

Bezorgd dacht ik aan wat minister Knops had gezegd. Wacht nou op een advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, dan praten we verder. Hoe wist-ie eigenlijk dat er een ongevraagd advies van dit onafhankelijk orgaan aankwam? De Raad van State liet me weten dat er 'verkennende rondetafelgesprekken' en vele 'bilaterale gesprekken' waren gevoerd. Met oud-bewindslieden, autoriteiten, wetenschappers, Kamerleden en – jawel – ambtenaren. En dat daarom ook het ministerie ervan wist. Dat men nu een 'totaalbeeld' heeft van de problematiek. "Met de inhoud van het advies bemoeit het departement of de minister zich vanzelfsprekend niet."

Ik struikelde over deze zin, die ook in de toelichting stond, namelijk: de Raad van State 'is wel breed nagegaan of er ook behoefte aan is'. Curieus. Sinds wanneer is dat relevant voor een onafhankelijk adviseur van de regering? Wie zou trouwens waar behoefte aan hebben? En wat te denken van al die mensen bij de Afdeling advisering die zélf afkomstig zijn van ministeries (zoals Algemene Zaken en Justitie en Veiligheid), gekneed door de cultuur van het besturen. Weet je wáár we behoefte aan hebben? Aan een advies dat minder meedenkt met de regering en meer met het recht op informatie. Tegen het opportunisme. Tegen de regenteske cultuur, die het vertrouwen van burgers sloopt.

"Ik hoop dus dat de Kamer doorbijt – vanwege het principe."

We hebben behoefte aan een Kamer die nu zich ingraaft en niet meer loslaat.

In tal van dossiers. In de zaak-Poch, waar D66 toegang wordt geweigerd tot relevante documenten over het onzorgvuldig handelen van de overheid. In de toeslagenaffaire, waar de SP inlichtingen worden geweigerd over de ministeriele commissie aanpak fraude. In de affaire over het door de Douane torpederen van een wetenschappelijk onderzoek naar ambtelijke corruptie – inmiddels ontelbare keren opgevraagd door de Kamer, nog steeds niet verstrekt.

Ik hoop dus dat de Kamer doorbijt – vanwege het principe. En vanwege het belang van het zelfreinigend vermogen van ons bestuur. Wordt vervolgd.