Toch weer verrast door nieuwe stukken over Wilders
Ik had me voorgenomen om voorlopig even niet meer te schrijven over het proces-Wilders, over zijn 'minder-Marokkanen'-uitspraken uit 2014. Ik verwachtte weinig van de zoektocht naar nieuwe documenten die minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) eind vorig jaar gelastte, en die door forensisch accountants zou worden uitgevoerd.
Vorige week beschreef ik de 'group think' waaruit volgde dat de PVV-leider strafrechtelijk vervolgd zou moeten worden, omdat-ie grenzen had opgezocht en overschreden, en dat ik niet dacht dat er een mapje met nog meer ‘politieke of ambtelijke beïnvloeding’ zou opduiken. Verder leek het me vooral iets wat nu bij de rechter uitgevochten moet worden. Morgen wordt immers het hoger beroep hervat, in de extra beveiligde rechtszaal op Schiphol.
"En andermaal duikt bewijsvoering op voor bemoeienis vanuit het ministerie met het strafproces tegen de PVV-leider."
Omdat ik gisteren toch weer werd verrast, kom ik op de zaak terug. Grapperhaus stuurde de resultaten van dat onderzoek – mede onder druk van een Wob-procedure van RTL Nieuws en een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland – naar de Kamer. Er zijn 475 documenten opgedoken. En andermaal duikt bewijsvoering op voor bemoeienis vanuit het ministerie met het strafproces tegen de PVV-leider.
Het is maart 2016 als een ambtenaar van het OM mailt met een ambtenaar van het ministerie. Er komt een regiezitting aan. Een hoge ambtenaar dringt er bij het OM vragenderwijs op aan om het door het publiek laten scanderen van het 'minder, minder' expliciet en duidelijk te benoemen. Dat gaat zo: "Gaan de officieren tijdens deze zitting al in op dat punt van het geregisseerd zijn van de uitspraken?" Dat vindt de ambtenaar 'meldenswaardig' voor de minister.
"Het is niet onwaarschijnlijk is dat in de ministerraad van morgen de vraag aan de orde zal zijn of vervolging van Wilders kansrijk is"
Hier loopt een ambtenaar zich namens de minister dus te bemoeien met het strafproces tegen een oppositieleider. Eerder, in 2014, drongen ambtenaren al aan op het zo hard mogelijk aanpakken van de 'kwaadaardige' Wilders, en leverden ze juridische munitie aan het OM. Daarvan beweerden de advocaten-generaal dat het nooit bij de zaaksofficieren belandde, en dat de poging tot beïnvloeding daarom niet relevant zou zijn. Hier, in 2016, gaat het een stap verder, want wat antwoordt het OM? "Zeker, zullen ze wat woorden aan wijden."
Er duiken meer documenten op die nieuwe vragen oproepen. Zoals een Justitie-mailbericht van 20 maart 2014, een dag na de gewraakte uitspraken. Daaruit blijkt dat een ambtenaar van Algemene Zaken (AZ) – van premier Rutte dus – tegen Justitie zegt dat 'het niet onwaarschijnlijk is dat in de ministerraad van morgen de vraag aan de orde zal zijn of vervolging van Wilders kansrijk is'. Kansrijk. En de vraag van AZ is of Opstelten daarover 'iets zinnigs kan zeggen'. "De MP (minister-president, red) verwacht dat van hem."
"Een hoge ambtenaar van Opstelten heeft gezegd dat vervolging geen schijn van kans heeft."
Opmerkelijk – de vraag of vervolging van de oppositieleider kansrijk is, is kennelijk in de ministerraad besproken. Ik zou zeggen, maak openbaar die notulen. Interessant is dat Opstelten dan al mondeling is geadviseerd. Samen met collega-minister Plasterk. Een hoge ambtenaar van Opstelten, de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving, heeft tegen de twee bewindslieden gezegd dat 'een vervolging geen schijn van kans heeft'.
De dag erop, 's ochtends vroeg, wordt er door een ambtenaar een factsheet gemaakt voor de minister over de 'vervolgbaarheid' van Wilders. In dat document wordt een analyse gemaakt – voorzichtiger dan de hoogste ambtenaar, maar ook hierin: kanttekeningen. Context is belangrijk – de nadere uitleg van Wilders, namelijk dat hij minder criminele Marokkanen wil. En dat hij migratie wil inperken. "Dit kan gebruikt worden om de heer Wilders vrij te pleiten." En er wordt op gewezen dat Wilders z’n uitspraken in campagnetijd deed, en als politicus een grote vrijheid heeft. "Dat geeft dus ook de vrijheid om ferme uitspraken te doen, ook uitspraken die 'shocking and offending' kunnen zijn." Opmerkelijk: ook dit document was tot dusver niet openbaar.
"Men koerste aan op een sepot voor 12 maart. Maar dat zou de zaak tegen Wilders juist minder sterk maken, zouden ambtenaren later zeggen."
Wat is daarna allemaal gebeurd? Uit ongedateerde stukken die het OM gisteren vrijgaf, blijkt dat er intern met de top van het college is besproken of Wilders ook vervolgd moest worden voor uitspraken van een week voor die 19de maart, in Den Haag. Men koerste aan op een sepot voor 12 maart. Maar dat zou de zaak tegen Wilders juist minder sterk maken, zouden ambtenaren later zeggen. Opmerkelijk is dat een concept-ambtsbericht van het OM uit juni 2014 hierover nog steeds níet is vrijgegeven.
Uit de OM-stukken blijkt verder dat men nogal in de maag zat met een advies van de eigen experts van het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD), dat ook in de uitspraken van de 19de eigenlijk geen strafbare feiten zag. In de OM-top werd gezegd dat goed moest worden gemotiveerd waarom dat advies – dat ook nog niet openbaar is – niet werd gevolgd. Het heeft er alle schijn van dat in die fase nog snel een second opinion van het Wetenschappelijk Bureau van het OM is besteld, door iemand aan de top. Ook dat advies is nog steeds niet openbaar.
"Is hier de rechtsgang gehinderd met medeweten van de toenmalig minister van Justitie?"
Interessant is dat het OM de ambtsberichten aan de minister over de strafvervolging van Wilders in 2016 openbaar wilde maken, in een Wob-procedure, zo blijkt nu. Daar stak het ministerie van Justitie een stokje voor, met betrokkenheid van de toenmalige minister, Van der Steur. De beslissing werd vervolgens opgehouden tot ná de veroordeling van Wilders, in december 2016. Als de verdediging in eerste aanleg al weet had gehad van dat concept-ambtsbericht… Als de verdediging in eerste aanleg al weet had gehad van de kern van dat LECD-advies… Is hier de rechtsgang gehinderd met medeweten van de toenmalige minister van Justitie?
We weten nog steeds niet of Opstelten daadwerkelijk heeft aangedrongen op strafvervolging van Wilders. We weten wel meer over de rol van ambtenaren – in 2014, en in 2016: dat waren formeel geen aanwijzingen, maar materieel wel. We weten nu hoe Van der Steur zorgde dat informatie niet in het publieke domein kwam. Ik begin ook steeds beter te begrijpen waarom het ministerie het afgelopen anderhalf jaar zo tegenspartelde bij het vrijgeven van informatie.
Misschien ligt de sleutel wel in wat er jaren eerder gebeurde. De voorganger van Opstelten, Hirsch Ballin, die zich zeer intensief bemoeide met een vervolgingsbesluit over de film Fitna. Het OM dat niet wilde vervolgen, maar daar uiteindelijk via een artikel 12-procedure toe werd gedwongen. Gisteren werd informatie over de rol van Hirsch Ballin openbaar.
Ik moest opeens denken aan wat een goed ingevoerde bron tegen me zei, over het meesturen van Opstelten richting strafvervolging van Wilders: "Het gedonder van daarvoor, dat eerste proces, niet-vervolgen, wel vervolgen, dat was traumatisch. Dat wilde niemand nog een keer."
Wordt vervolgd.