Heeft een 'fraudeur' recht op excuus?
Soms blijft een vraag me hinderlijk achtervolgen. Meestal is er dan een rafelig los eindje. Soms blijkt het niets te zijn. Soms blijkt iets nog schandaliger in elkaar te zitten dan je al vermoedde. Soms wordt een spelletje gespeeld en is het bedrog zó geraffineerd, dat het bijna niet waarneembaar is. Tot je het bewijs ziet.
Het gaat om de massale, onrechtmatige stopzetting van toeslagen voor kinderopvang in 2014, door de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst. Honderden ouders werden de dupe. In de nasleep van de 'Bulgarenfraude' ging bestrijding van misbruik in de overdrive. Trouw en RTL Nieuws meldden onlangs dat de Autoriteit Persoonsgegevens in deze zaak onderzoek doet naar 'etnisch profileren', zeg maar discriminatie door de Belastingdienst op grond van 'tweede nationaliteit'.
Het punt is: er klopt helemaal niets van. Het is postdateren van verouderde informatie; het grenst aan valsheid in geschrifte.
Vorige week meldden we dat D66-staatssecretaris Menno Snel (Financiën) de Kamer onjuist informeerde over de kern van deze zaak. De Belastingdienst rommelde met bewijsvoering tegen het bureau waar het allemaal om draait: Dadim uit Eindhoven. Door een GGD in Rotterdam Rijnmond genoemde kwalitatieve tekortkomingen uit 2011 (toen de kinderopvang drastisch op de schop ging), werden twee jaar later door de Belastingdienst omgetoverd naar vermoedens van misbruik en fraude.
Tot op de dag van vandaag stelt Snel dat de Belastingdienst in 2013 van de GGD 'concrete signalen' kreeg dat er iets stonk. Dadim zou een 'facilitator' zijn. In gewoon Nederlands: een club die gestructureerd en moedwillig de boel oplicht en de Belastingdienst als pinautomaat gebruikt. Het punt is: er klopt helemaal niets van. Het is postdateren van verouderde informatie; het grenst aan valsheid in geschrifte.
Lees dit verhaal van ondernemer Ahmet Gokce maar terug, die na vijf jaar vraagt om gerechtigheid: "Ik wil dat mijn naam gezuiverd wordt."
Uit processtukken blijkt dat landsadvocaat en de Belastingdienst al lang weten dat er in 2013 geen concrete signalen waren
Menno Snel en de Belastingdienst hebben zich dus akelig in de nesten gewerkt. Na vernietigende uitspraken van de Raad van State, en een al even vernietigend rapport van de Nationale Ombudsman. Hij moest diep door het stof vanwege de gebrekkige informatie aan de Kamer. Snel heeft nu de vlucht naar voren genomen en een onderzoek ingesteld. Het zal hem niet helpen.
Wie het dossier exact reconstrueert, kan zelf vaststellen dat niet de ondernemer, maar de overheid de kluit belazert. En niet per ongeluk, maar willens en wetens.
Een heldere vingerwijzing is een document van de landsadvocaat, uit juni 2018, voor een procedure diezelfde maand. Uit deze 'Conclusie van Antwoord' van 13 juni blijkt dat Belastingdienst en de landsadvocaat vorig jaar al verrekte goed wisten dat er in 2013 geen 'concrete signalen' van GGD’s over misbruik waren. Dat er in 2011 iets speelde rond kwaliteit. En dat uit de onderliggende documenten blijkt dat het hier ging om Rotterdam Rijnmond. En dat die kwaliteit werd verbeterd, zoals ook blijkt uit openbare inspectierapporten, met 'positieve bevindingen' in 2012 en 'complimenten' in 2013.
De vraag is of staatssecretaris Snel dit al snapt. En sinds wanneer hij het weet.
De landsadvocaat verzwijgt dat en creëert met de Belastingdienst opzettelijk veel mist in een civiele zaak. Duidelijk is dat men intern dus al weet dat er in 2013 niets was. Níets. De vraag is of Snel dit al snapt. Of sinds wanneer hij het weet.
In diezelfde periode, vanaf april 2018, komen er vragen uit de Kamer naar onderliggende stukken in het project met codenaam CAF 11 Hawaii. 'Is er een evaluatie', vraagt het goed geïnformeerde CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. Op 8 juni volgt het antwoord van Menno Snel: nee. De inkt van dat antwoord is nog niet droog, of er volgt op 12 juni namens Snel een beslissing naar aanleiding van een Wob-verzoek, waarin alle documenten worden geweigerd. Eén keer raden wat er op de inventarislijst opdook: de evaluatie.
Een cruciaal document dat Snel zogenaamd niet kon vinden, lag een bureau verderop. Het werd vijf maanden eerder namens hem ingebracht in een rechtszaak.
Misschien denk je: slordigheidje, communicatiefoutje. Welnee. Op 30 augustus en 11 september volgt een sorry, sorry, sorry van Snel. Dan gaan sommige stukken alsnog vertrouwelijk naar de Kamer. Later nog meer. Auditors gaan zoeken in '36 miljoen bestanden' en 'persoonlijke schijven'. Op 20 november 2018 zegt Snel: hoera, nog meer stukken gevonden, hier heeft u ze! Een cruciaal stuk, een boekenonderzoek uit mei 2014, achteraf vastgelegd in een rapport van 2016. Eén keer raden wie dit document in juni 2018 al officieel inbrachten in een rechtszaak? Jawel, de eigen Belastingdienst en de landsadvocaat. Namens Menno Snel.
Het document dat Snel zogenaamd niet kon vinden, lag dus één bureau verderop. Dit document, en andere stukken die Snel achterhield, werden gewoon gebruikt om Dadim kapot te procederen. En vraagouders die de dupe waren van het onzorgvuldig handelen van de Belastingdienst.
Het was een bende. En dat weten ze al jaren.
Wat je ook moet weten is dat in deze zaak alles op een hoop is gegooid. 235 mensen zijn onterecht aangepakt. Toen de Nationale Ombudsman de zaak onderzocht, zei Dadim: dat kán niet, we hebben maar 157 ouders waar we opvang voor regelden. De Ombudsman vroeg het nogmaals aan de Belastingdienst. Wat was het officiële antwoord? "Toeslagen heeft ons verzekerd dat de 235 vraagouders in 2014 allen klant waren van Dadim."
Dat is dus nóg een leugentje. Snel corrigeert dat later tussen neus en lippen door, in mei 2018. Door ‘de wijze van selecteren’ zaten er ook andere gastouders en gastouderbureaus tussen. En dus andere ouders. Het was een bende. En dat weten ze al jaren. Ze kunnen het al weten sinds 2013, omdat dit al blijkt uit het allereerste document. En het blijkt ook uit de evaluatie uit 2016. Dat stuk dat niet bestond, en nu vertrouwelijk bij het parlement ligt. Er worden dan drie andere bureaus genoemd. Met naam en toenaam.
Zou jij verontschuldigingen aanbieden aan een fraudeur?
Toch blijf Snel Dadim beschuldigen, op basis van onzorgvuldig, niet afgerond onderzoek. In maart dit jaar herhaalde hij in een debat dat er in 2013 echt concrete signalen waren. Dat er sprake was van 'nepfacturen' bij Dadim. Sterker nog: dat de Belastingdienst vervolgens zélf signalen over fraude doorgaf aan gemeente, GGD en zélfs het Openbaar Ministerie.
Heel gek. Want in hetzelfde debat beweert Snel dat excuses zijn aangeboden aan Dadim. Zou jij verontschuldigingen aanbieden aan een 'fraudeur'? Als je het zelfs voorlegde aan het OM? Natuurlijk niet. (Wat Snel misschien niet wist, is dat zijn ambtenaren zich in december 2016 slechts hebben verontschuldigd voor, jawel, het willens en wetens achterhouden van belangrijke stukken – u weet wel, stukken die er niet waren.) Het is onverteerbaar, want in het eigen dossier van Snel wordt erkend dat er geen bewijs was.
Snel is door z’n eigen Belastingdienst dus schaakmat gezet. Politiek. Juridisch. Moreel. De grenzen van recht en fatsoen zijn verkend. Het is tijd voor excuses. Voor antwoorden, en – bijna - voor conclusies.
Wie. Wist. Wat. Wanneer. En wat zegt dat?