Ga naar de inhoud
Pieter Klein

'Waarom ik? Waarom wij? Het was een jarenlange hel'

Ik heb iets gedaan wat niet zo netjes is. Meestal doe je het in de journalistiek niet. Je doet het alleen als je denkt dat het maatschappelijk belangrijk is, als je denkt dat er sprake is van een 'misstand'. Ergens naar binnen gaan, niet zeggen dat je journalist bent, hopen dat je erachter komt hoe iets écht zit.

Woensdag was ik in een Best Western-hotel, tegenover Arnhem CS. Om twee uur begon de eerste in een reeks bijeenkomsten van de Belastingdienst. Georganiseerd voor ouders die de dupe waren van de onrechtmatige stopzetting van toeslagen voor kinderopvang in 2014. Ze kwamen op een zwarte lijst, werden jarenlang van het kastje naar de muur gestuurd. Ze kwamen in de financiële problemen, moesten hun baan opzeggen. Sommigen gingen bijna onderdoor aan het juridisch gevecht met de overheid, dat in sommige zaken nog steeds loopt.

Staatssecretaris Snel begreep heel goed dat deze ouders het vertrouwen in de overheid helemaal kwijt waren.

Staatssecretaris Snel (Financiën) bood excuses aan, nadat de hoogste rechters en de Nationale Ombudsman vernietigend hadden geoordeeld over de hardhandige manier waarop fraudebestrijding was ontspoord. De menselijke maat en het recht waren even vergeten. Onder druk van de Tweede Kamer beloofde Snel dat de Belastingdienst en hij persoonlijk in gesprek zouden gaan met ouders. De staatssecretaris begreep heel goed dat zij het vertrouwen in de overheid helemaal kwijt waren.

In de uitnodiging die ik onder ogen kreeg, stond: "Wij willen graag uw ervaring horen en ervan leren." Dit om te 'voorkomen' dat andere ouders in de toekomst slachtoffer worden. Vooraf werd in correspondentie door de landsadvocaat duidelijk gemaakt dat het níét mocht gaan over individuele zaken, of over procedures die nog lopen. Dat de luistersessies niet zouden leiden tot oplossingen voor mensen die nog in de problemen zitten. Nou, dat wordt wat, dacht ik. Ik ben met mijn collega Jan Kleinnijenhuis van Trouw al maanden bezig met onderzoek in het dossier-toeslagen.

De Belastingdienst had z’n best gedaan. Er was koffie, thee, petitfours. Flip-overs, waarop het ongenoegen zou worden genoteerd.

Ik ging het hotel binnen en liep stoïcijns langs het tafeltje waar je je kon aanmelden en een naamkaartje kreeg: ik had me immers niet aangemeld. In de zaal begroette ik Eva González Pérez, een advocate die tientallen ouders bijstaat. Ze glimlachte. Ik begroette met een knikje een aantal ouders die ik al kende. De Belastingdienst had z'n best gedaan. De medewerkers waren vriendelijk en voorkomend. Er was koffie, thee, petitfours. Flip-overs, waarop het ongenoegen zou worden genoteerd.

Ik dacht: ik word zo de zaal uitgegooid, en ik ga niet liegen dat ik niet van RTL Nieuws ben. Ik viel namelijk nogal op. Om me heen zaten uitsluitend mensen die net iets minder blank waren dan ik. Ik zag wat ik eigenlijk al wist. Al die mensen die in 2014 ongenadig werden aangepakt en daarna het bos in gestuurd, hebben een migratieachtergrond. Hartstikke Nederlands, maar wel met een tweede nationaliteit. Turks. Marokkaans. Andere smaken. Allemaal een kleurtje. Geen enkele Lotte of Pieter-Bas, maar Fatima of Tarik.

Sommige ouders wisten dit al. Sommigen niet. Ik zag dat het nu iedereen opviel. Gek, geen enkele Hollandse kaaskop.

Sommige ouders wisten dit al. Sommigen niet. Ik zag dat het nu iedereen opviel. Gek, geen enkele Hollandse kaaskop. Behalve die ene man (ik), en de mensen van de Belastingdienst. Er werd gezwegen.

De huidige directeur Toeslagen nam het woord, en opende de bijeenkomst. Ik benijdde haar niet. Het leek me een vakkundige, intelligente en aardige vrouw. Ze legde alles nog eens netjes uit. Dat we zo in groepjes uiteen zouden gaan, dat ze zouden luisteren naar 'ervaringen' om te leren, dat de staatssecretaris zou worden geïnformeerd, en dat die zelf begin juni ook zal luisteren. Vanuit de zaal kwam nog een tegenwerping: waarom moet ik mijn sores en verdriet delen in groepjes, met wildvreemden, mensen die ik niet ken? Maar zo was het nou eenmaal georganiseerd.

'Waar zijn die excuses eigenlijk voor bedoeld?'

In de deelsessies kwamen de frustraties op tafel. Allemaal hetzelfde verhaal. Hardwerkende mensen, die in grote problemen waren gekomen. Vijf keer alle bewijsstukken ingeleverd. Twee AH-tassen vol. Geconfronteerd met het slechtste gezicht van bureaucratie. In de steek gelaten. "Waarom moet ik iets vertellen – jullie weten alles al!" En: "Waarom komen jullie niet met oplossingen?" Of: "Als u echt wilt luisteren, zorg dan dat dit ophoudt. U heeft de macht om daarover te beslissen." En: "Waar zijn die excuses eigenlijk voor bedoeld?"

"Nou, voor dat het niet goed is gegaan", zei de directeur Toeslagen.

Een gespreksleider herhaalde eindeloos en oeverloos, vatte samen. Met de zachte toon van een begripvolle coach. Er groeide irritatie: "Wilt u daar alstublieft mee ophouden? We spreken allemaal Nederlands en we kunnen allemaal luisteren."

‘Waarom ik? Waarom wij? Het was een jarenlange hel.’

Toen kwam het hoge woord eruit. De allesoverheersende, indringende vraag die boven de bijeenkomst hing. "Waarom ik? Waarom wij? Het was een jarenlange hel… Ik zie hier alleen maar mensen om me heen met een kleurtje." Exact de vraag die we al wekenlang stellen aan de Belastingdienst. Wat is hier gebeurd? Is er geselecteerd op nationaliteit, tweede nationaliteit, achtergrond? En hoe dan? Nee, nee, nee, bezweert de Belastingdienst.

De directeur Toeslagen herhaalde dat: "Geen selectie." Er was toen wel 'maatschappelijke druk' om 'stevig in te grijpen'. "Het is wel zo dat als je bijvoorbeeld een Bulgaarse gastouder hebt, dan is de kans dat daar veel Bulgaren bij zijn aangesloten groot." Dat speelde ook hier: "Als je ziet welke ouders betrokken zijn, dan zijn dat vaak ouders met dezelfde achtergrond. Maar dat is meer gevolg dan oorzaak."

Gek, dacht ik. Zei Financiën niet tegen ons dat ze helemaal niet keken naar de nationaliteit van gastouders?

Een jonge vrouw begon te huilen. "Er is hier vanmiddag iets in me geknapt. En ik denk dat dat onherstelbaar is."

Ik zag ongeloof, woede en verdriet op zwijgende gezichten. Iemand zei: "Maar jullie hebben er van tevoren toch over nagedacht? Was er geen plan dan? Er is altijd een plan!" 

Mijn gedachten dwaalden af naar een oud document: een 'experimentele' aanpak, weinig bewijslast, wel veel gastouders en bureaus gestopt met opvang, en veel centjes binnengeharkt doordat toeslagen bij ouders werden gestopt. Missie geslaagd. (En ja, ook échte fraude opgespoord.)

Een jonge vrouw zei, na een drukkende stilte: "Ik heb me altijd alleen Nederlander gevoeld. Ik wil een voorbeeld zijn voor mijn kinderen. Een moderne, werkende moeder…" Ze begon te huilen. "Als je hier om je heen kijkt… Er is hier vanmiddag iets in me geknapt. En ik denk dat dit onherstelbaar is."

Ik weet nog steeds niet hoe het precies zit. De 'oorzaak' blijft onduidelijk. Maar ik heb vandaag wel het 'gevolg' gezien.

Even later werd afgerond. De directeur bedankte iedereen voor het 'delen' van de verhalen. Dat het niet gemakkelijk was, en misschien ook onbevredigend. Daarop werd ik door iemand van het ministerie herkend. De mensen van de Belastingdienst en het ministerie van Financiën waren boos. Dat ik naar binnen was gelopen.

Ik was zelf ook een beetje boos. Wekenlang ontwijkende, onduidelijke antwoorden. Iets van het verdriet van vanmiddag sloop bij me naar binnen. A- en B-burgers. Ik wist nog steeds niet hoe het precies zat. De 'oorzaak' bleef onduidelijk. Maar ik had vandaag wel het 'gevolg' gezien. Een onbehaaglijk gevoel begon te woekeren: schaamte.

Iedereen kon iets na vieren naar huis. De Belastingdienst had de zaken keurig geregeld. Iedereen kreeg een gratis uitrijkaartje voor de parkeergarage. "Dag. Bedankt. Tot ziens."