Ga naar de inhoud
Jaap van Deurzen

Laat die strenge winter maar komen

De polaire vortex speelt op. Hij is 'gebroken'. Dat heeft te maken met SSW (Sudden Stratospheric Warming). De poolwervel heeft een hernia opgelopen. Bent u er nog?

Het is meteorologisch abracadabra over extreem winterweer. Dat komt wellicht onze kant op. Van mij mag het. Verlangt u ook zo naar een échte winter? Zo'n door strenge vorst geteisterde periode met helblauwe luchten en snijdende winden? Waarin het lijkt alsof je gezicht met vlijmscherpe scheermesjes wordt bewerkt? Wanneer je puistige pubers gearmd het vliesdunne ijs op ziet rennen, kijkend hoever ze kunnen komen. Dat je al van verre het ijselijke gekraak hoort. Altijd zakken dezelfde sukkels er doorheen. Ze worden kletsnat de wal opgetrokken. Het verschil met vroeger is dat het vergeten mobieltje in de broekzak nu naar god is. Maar het blijft dolle ijspret.

Extreem
Lees ook:
Extreem winterweer op komst? Vijf vragen over de polaire vortex

Ik zie ze zo voor me, de schilderijen met ijskoude winterlandschappen van Mauve, Breitner en Israëls. De schaatslol spet ervan af. Ik zie het geklungel op die verdomde Friese doorlopers. De knusse koek-en-zopies op de grachten. Het oeverloze gesleep met sleetjes. En altijd ligt er in die schilderijen wel een sufferd op zijn snufferd op dat ijs.

Een klassieker uit 1608 is het 'Winterlandschap met ijsvermaak' van Hendrick Avercamp. Ik wil in een tijdmachine stappen en zo die gestolde vijver opglijden, warme chocolademelk drinken en me volstouwen met vette worsten.

Ik zou ook wel willen wandelen langs de ondergesneeuwde weides waarin schapen als bevroren obstakels staan. Of met stevige schoenen de berijpte boslandschappen in struinen, het geluid van krakende, verse sneeuw onder mijn zolen. Neem nou de feeërieke winterlandschappen van schilder Louis Apol. Ik had nog nooit van de goede man gehoord, maar was gelijk verkocht toen ik zijn werk zag. Hij trok eropuit en schilderde de vrieskou zoals hij die voor zich zag.

Net als al die andere meesters werkte hij in het staartje van de Kleine IJstijd, de relatief koude periode van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw.

"De opgewonden geluiden van peuters die hun eerste slagen op het ijs maken, een echo van lang geleden."

Ik denk aan de verhalen van mijn oma, die beweerde dat er tijdens strenge winters vrachtwagens over de Maas in Rotterdam reden. Ammehoela, dacht ik toen.

Wekenlang heeft er een grauwe wolkensluier boven het Gooi gehangen. De temperaturen zijn boven het vriespunt. Een handige ondernemer heeft een opblaasbare plastic mini-ijsbaan tegenover de oude synagoge in Weesp opgezet. We horen de opgewonden geluiden van peuters die hun eerste slagen op het ijs maken. Het lijkt een echo van lang geleden.

Boven de balustrade van het ijskasteel zien we het hoofdje van een schattig prinsesje van een jaar of vier. Haar blonde pijpenkrullen steken onder haar felgekleurde muts uit. Ze heeft vuurrode wangen en een loopneus. Een traan rolt over haar linkerwang. Met wapperende armpjes wankelt ze als een teer boompje in een herfststorm.

"Ouders staan met blauwe plastic zakjes over hun schoenen te glibberen op het kromgetrokken, chemische gedrocht."

En dan komen we dichterbij en schrikken ons rot. Op de ijsbaan ligt geen ijs! De bodem is van keihard plastic waar een laagje water overheen is gesproeid. De peuters die er met hun minuscule schaatsjes op staan, lijken struikelende figuranten in een kolderiek circus. 

Ze worden ondersteund door ouders die met blauwe plastic zakjes over hun schoenen staan te glibberen op het kromgetrokken, chemische gedrocht. Mijn hart breekt. Ineens besef ik dat deze peuters waarschijnlijk nog nooit op écht ijs hebben gestaan. Vorig jaar konden we nog een blauwe maandag schaatsen op de gracht. Deze kinderen moeten het doen met een 'pvc-ijsbaan'.

Maar alles went, de lol is er niet minder om. Bijkomend voordeel: je zakt nooit door het ijs. Maar toch, laat die strenge winter maar komen. Het is zo romantisch!