Ga naar de inhoud
Buitenland

'Jack the Ripper was Nederlandse zeeman die zeker vier moorden pleegde'

Hendrik de Jong, 32 jaar oud, naast de in 1893 spoorloos verdwenen Sarah Anna Juett.

Een nieuwe theorie doet de ronde over de meest tot de verbeelding sprekende moordenaar uit de Britse geschiedenis, Jack the Ripper. De Zweeds-Britse schrijver Jan Bondeson zegt dat het goed mogelijk is dat het in werkelijkheid gaat om Hendrik de Jong, een Nederlandse zeeman.

De Jong, in 1861 geboren in Amsterdam, werd verdacht van de moord op twee vrouwen met wie hij kort getrouwd was. Omdat hun lichamen nooit werden gevonden, kon hij voor die zaken niet worden veroordeeld. Ook de moord op twee Belgische vrouwen in 1898 werd aan hem toegeschreven, maar hij zag kans te vluchten naar de Verenigde Staten.

Op en neer naar Londen

De minstens vijf moorden in het Londense stadsdeel Whitechapel waarvan Jack the Ripper wordt verdacht, zijn gebeurd tussen 1888 en 1891. Jan Bondeson stelt dat De Jong in die jaren als steward aan boord van een schip vaak heen en weer voer tussen Rotterdam en Londen: de ideale manier om ervandoor te gaan als je een moord op je geweten hebt.

Bondeson werkte zich door een stapel Nederlandse kranten uit die tijd om meer aan de weet te komen over het karakter van De Jong. Hij had 'het killersinstinct, was in staat een moord te plannen en vakkundig uit te voeren, en kon zonder kleerscheuren wegkomen', zegt Bondeson in de Britse krant The Sun.

Leek op Jack the Ripper

Ook zou De Jong redelijk Engels hebben gesproken en zou zijn uiterlijk grofweg overeenkomen met de beschrijvingen die ooggetuigen destijds gaven van Jack the Ripper. De tijdstippen waarop hij de Britse hoofdstad bezocht, zouden overeenkomen met een aantal moorden die daar werden gepleegd.

Daarnaast zegt Bondeson dat Nederlandse kranten schreven over met bloed besmeurde operatiemessen die bij De Jong zouden zijn gevonden nadat hij in 1893 was opgepakt voor de moord op zijn twee vrouwen. "Hij bezat een paar boeken over chirurgie en anatomie, met de nadruk op de studie van de vrouwelijke geslachtsdelen en hoe die kunnen worden verwijderd."

Moordenaar wist wat hij deed

De minimaal vijf slachtoffers van Jack the Ripper waren, een paar jaar voor De Jong werd opgepakt, lichamelijk zeer ernstig toegetakeld op een manier die doet vermoeden dat de moordenaar wist wat hij deed en speciale kennis had van de vrouwelijke genitalia. Dat was destijds ook de reden voor de politie in Londen om ervan uit te gaan dat het ging om dezelfde dader.

De slachtoffers in Londen waren prostituees. En van De Jong was bekend, stelt Bondeson, dat hij een fanatieke bezoeker van prostituees was. Hij verbleef in 1892 in een ziekenhuis in het Engelse Middlesborough en verleidde daar een verpleegster, Sarah Ann Juett. Ze trouwden en verhuisden naar Nederland. Een paar maanden later was ze spoorloos verdwenen: de eerste vrouw van wier moord De Jong officieel werd verdacht.

Speculeren over theorie

Thumbnail

Britse media speculeren volop over de juistheid van de theorie van onderzoeker/schrijver Jan Bondeson. Of die klopt, is maar zeer de vraag: geen enkele recente theorie kon afdoende worden gestaafd.

In 2014 claimde een Britse krant de identiteit van de beruchte moordenaar te hebben achterhaald aan de hand van DNA-materiaal op een sjaal: het zou gaan om een Poolse immigrant. Een jaar eerder was de Amerikaanse misdaadschrijfster Patricia Cornwell gekomen met 'nieuw bewijs': het zou gaan om de schilder Walter Sickert.