De VS heeft opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd tegen strijders van Islamitische Staat (IS) in het noorden van Irak.
Ook zijn vanuit de lucht pakketten met hulpgoederen gedropt boven de stad. Volgens het Amerikaanse ministerie van Defensie waren de aanvallen nodig om burgers te beschermen tegen aanvallen van de extremistische groepering en om hen van noodhulp te voorzien.
Angst voor slachting
De bombardementen vonden plaats in de buurt van de stad Amerli, die al langer dan twee maanden in handen is van IS. In Amerli wonen vooral sjiitische Turkmenen. Zij hebben sinds de verovering van de stad door de soennitische IS geen water, eten en medicijnen meer. De VS had daarom samen met vliegtuigen uit Groot-Brittannië, Frankrijk en Australië een hulpactie opgezet.
De Verenigde Naties waarschuwden vorige week al dat IS een slachting dreigde aan te richten onder de Turkmenen in Amerli, zo'n 170 kilometer ten noorden van de hoofdstad Bagdad.